Inhoudsopgave
Advertenties
3 - BESCHRIJVING VAN DE HARDWARE
3.5
Druksensoren
Er worden twee typen elektronische sensoren (hoge en lage druk)
gebruikt om verschillende drukken te meten in elk circuit.
Deze elektronische sensoren geven 0 tot 5 VDC af. De sensoren zijn
op de SIOB/CIOB-printplaat aangesloten.
Persdruksensoren (hoge druk)
Deze sensoren meten de persdruk in elk circuit. Deze worden gebruikt
om de condensordruk of afschakeling bij hoge druk te regelen.
Persdruksensoren zijn gemonteerd in de persgasleidingen van elk
circuit.
Zuigdruksensoren (lage druk)
Deze sensoren meten de zuigdruk in elk circuit. Deze worden
gebruikt voor EXV-regeling. Zuigdruksensoren zijn aangebracht in de
zuigleidingen van elk circuit.
Oliedruksensoren (hoge druk)
Deze
sensoren
meten
de
Oliedruksensoren zijn aangebracht bij de oliepoort van de compressor.
De economizerdruk wordt van deze waarde afgetrokken om de
olieverschildruk te verkrijgen.
Economizerdruksensoren (hoge druk)
Deze sensoren meten de tussendruk tussen hoge en lage druk. Deze
worden gebruikt om de prestaties van de economizer te regelen.
Persdruksensoren warmteterugwinningscondensor
(optioneel)
Deze
opnemers
(voor
warmteterugwinning)
maken
warmteterugwinningsmodus mogelijk.
3.6
Temperatuursensoren
Temperatuursensoren meten voortdurend de temperatuur van
verschillende onderdelen van de eenheid om een juiste werking van
het systeem te waarborgen.
Waterintrede- en -uittredetemperatuursensoren van de
verdamper
De waterintrede- en -uittredetemperatuursensoren van de verdamper
worden gemonteerd in het waterdeksel aan de in- en uitgaande zijde.
Deze worden gebruikt voor capaciteitsregeling en veiligheidsdoeleinden.
Water in- en uittrede temperatuuropnemers condensor
Deze opnemers meten de waterintrede- en uittredetemperaturen
in watergekoelde eenheden of luchtgekoelde eenheden met de
warmteterugwinningscondensor optie.
Zuiggastemperatuursensor
Deze sensor wordt gebruikt om de zuiggastemperatuur te regelen.
Deze bevindt zich in de zuigleiding van elke compressor.
Persgastemperatuursensor
Deze sensor wordt gebruikt om de persgastemperatuur te meten en
maakt regeling van de persgasoververhittingstemperatuur mogelijk.
Deze bevindt zich in de afvoerleiding van de compressor.
Motortemperatuursensor
Deze sensor wordt gebruikt om de motortemperatuur van elke
compressor te meten.
Olietemperatuursensor
Deze sensor wordt gebruikt om de olietemperatuur van elke
compressor te regelen.
oliedruk
van
elke
compressor.
luchtgekoelde
apparaten
regeling
van
de
belasting
Temperatuursetpoint-resetsensor
Deze 4-20 mA sensor kan extern van het apparaat worden
geïnstalleerd. Deze wordt gebruikt om het setpoint op het apparaat
te resetten.
Buitentemperatuursensor
Deze sensor is bevestigd op de schakelkast van luchtgekoelde
apparaten. Deze sensor is ook standaard gemonteerd voor de droge
koeler optie. De buitentemperatuursensor wordt gebruikt voor het
opstarten, resetten van de setpointtemperatuur en vorstbescherming.
Master/slave-watertemperatuursensor (optioneel)
De watertemperatuursensor wordt gebruikt voor regeling van master/
slave-opstelling.
3.7
Aandrijvingen
Verdamperpompen
De regeling kan een of twee gekoeldwaterpompen aansturen,
en automatisch omschakelen tussen deze twee pompen.
Condensorpomp
In watergekoelde apparaten kan de regelaar één condensorpomp
aansturen.
Elektronisch expansieventiel
Het
elektronisch
expansieventiel
de koudemiddelstroom aan te passen aan wijzigingen in de
bedrijfsomstandigheden van de machine. Om de koudemiddelstroom
aan te passen, beweegt een zuiger doorlopend op en neer om de
met
doorstroomopening van het koudemiddel te variëren. Deze zuiger wordt
in
aangedreven door een elektronisch geregelde lineaire stappenmotor.
De hoge nauwkeurigheid waarmee deze zuiger wordt gepositioneerd,
zorgt voor een precieze regeling van de koudemiddelstroom.
Waterstroomschakelaar
De waterstroomschakelaarconfiguratie zorgt voor de automatische
regeling
van
de
waterstroomschakelaar. De configuratie is afhankelijk van de grootte
van de eenheid en wordt automatisch uitgevoerd bij het opstarten.
Als de gemeten waterstroomsnelheid in het watercircuit lager is dan
de geconfigureerde stroomsnelheid, schakelt de alarmconditie het
apparaat uit.
NL - 5
(EXV)
wordt
minimale
waterstroomsetpoint
POWERCIAT LX / HYDROCIAT LW
gebruikt
om
van
de
Advertenties
Inhoudsopgave
