4 - AANSLUITEN TOUCH GEBRUIKERSINTERFACE
4.4
Apparaat starten/stoppen
Als het apparaat op type Lokaal uit staat:
Voor de weergave van de lijst van bedrijfstypen en de selectie
van het benodigde type drukt u op de knop Start/stop
rechterbovenhoek van het scherm van het beknopte scherm.
Local On
Lokaal aan: het apparaat staat op het lokale bedrijfstype
en mag starten.
Local Schedule
Lokaal schema: het apparaat staat op het lokale
bedrijfstype en mag starten als de periode bezet is.
Netwerk
Netwerk: het apparaat wordt geregeld door middel van
opdrachten via het netwerk en mag starten op basis van
het netwerk signaal.
Op afstand
Op afstand: het apparaat wordt geregeld door middel
(Remote)
van externe opdrachten en mag starten op basis van het
extern vrijgave signaal.
Master
Master: de eenheid werkt als de master in een master/
slave-configuratie en kan worden gestart als de periode
bezet is. (Master-toets wordt getoond wanneer master/
slave is ingeschakeld).
BELANGRIJK: let er bij het openen van het menu op dat het
huidig geselecteerde item overeenkomt met het laatst actieve
bedrijfstype. Dit scherm is alleen zichtbaar als de eenheid niet
draait. Als de eenheid draait, dan krijgt u het bericht Stoppen
bevestigen te zien.
Om de eenheid te starten
1. Druk op de Start/Stop-toets.
2. Selecteer het gewenste bedrijfstype.
3. Het welkomstscherm wordt weergegeven.
Om de eenheid te stoppen
1. Druk op de Start/Stop-knop.
2. Bevestig het uitschakelen van de eenheid door te drukken op
Confirm Stop of annuleer het uitschakelen van de eenheid door
te drukken op de Back-knop.
POWERCIAT LX / HYDROCIAT LW
4.5
Weergave-instellingen
Op het Taal & aggregaat scherm kan de gebruiker het volgende doen:
-
Selecteer de taal van de regelaar.
-
Wijzig het eenhedenstelsel (imperiaal of metrisch).
in de
Als u het aanmeldscherm van de gebruiker wilt openen, drukt u op de
knop Aanmelden
het schematische overzicht.
1
①
②
Cursor die de geselecteerde taal aangeeft
Eenhedenstelsel: metrisch/imperiaal
OPMERKING: u kunt het scherm ook verlaten door te drukken op de
knop Terug. Uw wijzigingen worden opgeslagen.
De gebruiker kan nieuwe talen toevoegen aan de Connect Touch-
regelaar. Neem voor meer informatie over het aanpassen van de
talen, contact op met uw lokale dealer.
4.5.1
Gebruikerslogin
Alleen ingelogde gebruikers hebben toegang tot de te
configureren parameters van de eenheid. Het standaard
gebruikerswachtwoord is "11".
Om in te loggen als gebruiker
1. Druk op de Login-knop om het aanmeldscherm te openen.
2. Druk op het wachtwoordveld.
3. Een dialoogvenster verschijnt ("toetsenbordaanzicht"). Voer het
wachtwoord (11) in en druk op OK.
4. Het aanmeldscherm verschijnt.
5. Druk op de knop Aangemeld om wijzigingen op te slaan of op
de knop Afgemeld om het scherm te verlaten zonder wijzigingen
aan te brengen.
OPMERKING: u kunt het scherm ook verlaten door te drukken op de
knop Terug.
Instellingen van de toegangsbeveiliging
Beveiliging op gebruikersniveau zorgt ervoor dat alleen
bevoegde gebruikers kritische parameters van de eenheid
kunnen wijzigen.
Alleen ingelogde gebruikers hebben toegang tot het
Configuratiemenu.
Wij adviseren u met klem het standaardwachtwoord van het
bedieningspaneel te wijzigen om te voorkomen dat onbevoegde
personen parameters kunnen veranderen.
Het wachtwoord mag alleen bekend zijn bij personen die
gekwalificeerd zijn om de eenheid te beheren.
NL - 12
in de rechterbovenhoek van het scherm van
2