Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Capaciteitsbegrenzing; Stroombegrenzing; Capaciteitsregeling; Nachtbedrijf - CIAT POWERCIAT LX Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor POWERCIAT LX:
Inhoudsopgave

Advertenties

7 - STANDAARD REGELINGEN EN OPTIES
7.6.2
Verstellen
Opnieuw instellen betekent dat het actieve setpoint wordt aangepast
zodat minder machinecapaciteit benodigd is. In het koeling-bedrijfstype
wordt het setpoint verhoogd terwijl dit in het verwarmingsbedrijfstype
wordt verlaagd. Deze aanpassing is gewoonlijk een reactie op een
terugval in de belasting.
De verstelling kan gebaseerd zijn op de volgende parameters:
OAT, wat een indicatie geeft voor de belastingstrends voor het
gebouw
Retourwatertemperatuur (deze delta T is een indicatie voor de
gemiddelde gebouwbelasting)
Ruimtetemperatuur (EMM-optie)
Speciale 4-20 mA-ingang
De resetbron en de resetparameters kunnen worden geconfigureerd
in het Hoofdmenu (RESETCFG – Resetconfiguratie). In reactie op een
terugval in de resetbron, wordt het koelingssetpoint gewoonlijk omhoog
bijgesteld om de prestaties van het apparaat te optimaliseren.
De mate van verstelling wordt bepaald door lineaire interpolatie op basis
van de volgende parameters:
Een referentie waarbij de verstelling nul is (geen verstelling)
Een referentie waarbij de verstelling maximaal is (maximale
verstelling)
De maximale verstelling
20
Verstelling gebaseerd op BLT
0
Verstelling gebaseerd op delta T
4
Verstelling gebaseerd op analoge ingang
no_verstelling
Verklaring:
A: Waarde maximale verstelling
B: Referentie voor nul verstelling
7.7

Capaciteitsbegrenzing

Met het Connect Touch-regelsysteem kan de capaciteit van het apparaat
doorlopend worden geregeld door de maximum toegestane capaciteit in
te stellen.
Het hoofdregelsysteem begrenst de capaciteit van het apparaat
d.m.v. een van de externe opdrachten:
Door gebruikersgestuurde spanningsvrije contacten. Apparaten
zonder de Energie Management Module hebben één contact.
Eenheden met de Energie Management Module hebben drie
capaciteitsbegrenzingsniveaus (zie ook hoofdstuk 3.8). Het
vermogen van het apparaat kan nooit hoger worden dan het
begrenzingssetpoint dat door deze contacten wordt geactiveerd.
De begrenzingssetpointen kunnen worden aangepast in het
SETPOINT-menu.
Met de door de master eenheid ingestelde limiet (master/
slave-installatie).
Door begrenzingsregeling in de nachtmodus. De
capaciteitslimietwaarde in de nachtmodus is instelbaar als de
waarde onder de geselecteerde limiet is. Een limietwaarde van
100% betekent dat het apparaat de volle capaciteit kan gebruiken.
Onder bepaalde omstandigheden kan het stroomverbruik van het
apparaat
de
capaciteitslimietgrenswaarde
compressoren te beschermen.
POWERCIAT LX / HYDROCIAT LW
25
3
20
Selectie
full_verstelling
C: Referentie voor maximum verstelling
D: Gebouwbelasting
overschrijden
om
7.8

Stroombegrenzing

Stroombegrenzing wordt gebruikt via de capaciteitsbegrenzingsfunctie.
Als
de
stroombegrenzing
in het GENCONF-menu), berekent de regeling de som van de
compressorstromen voor de totale compressorstroom. Als deze waarde
de voorgedefinieerde limiet overschrijdt, geeft de regeling opdracht tot
een vermindering van de compressorbelasting tot deze weer onder
de limiet is. Voordat een capaciteitsstap wordt bijgeschakeld, schat de
regeling de toekomstige totale compressorstroom en zorgt deze ervoor
dat de limiet niet wordt overschreden.
De stroombegrenzing is gebaseerd op twee parameters:
De stroombegrenzing die overeenkomst met 100% capaciteit
(Stroombegrenzing op 100% in GENCONF – Algemene
configuratie)
De actieve vraaglimiet wordt bepaald door het vraaglimietcontact
(zie paragraaf 3.8) of door het netwerk (Actieve cap begrenzing in
GENUNIT – Algemene parameters)
Koelerstroomlimiet wordt weergegeven in het GENUNIT-menu.
Stroombegrenzing is uitgeschakeld in het geval dat de eenheid met
master/slave regeling werkt of als nachtbedrijf actief is.
7.9

Capaciteitsregeling

Deze functie past de capaciteit aan met de compressorregelschuif om de
waterwisselaartemperatuur op zijn setpoint te houden. Het regelsysteem
houdt doorlopend de temperatuurfout in de gaten met betrekking tot het
setpoint, de snelheid waarmee deze fout verandert en het verschil tussen
de in- en uitgaande watertemperatuur om het optimale moment te kunnen
bepalen waarop capaciteit moet worden toegevoegd of weggenomen.
Compressoren worden gestart en gestopt in een geoptimaliseerde reeks
om het aantal starts gelijk te maken (waarde gewogen op hun gebruikstijd).
Zie voor meer informatie over compressorvolgorde Gebalanceerde
belastingsvolgorde en Gefaseerde belastingsvolgorde in paragraaf 7.13.
7.10

Nachtbedrijf

Met de functie Nachtbedrijf kunnen de gebruikers de eenheid configureren
met specifieke parameters te werken gedurende een specifieke
tijdsperiode. Gedurende de nachtperiode, wordt de capaciteit beperkt en
het aantal lopende ventilatoren verminderd.
De nachtperiode wordt gedefinieerd door een start- en een eindtijd die
hetzelfde zijn voor elke dag van de week. De nachtbedrijfinstellingen
en de capaciteitsbegrenzing kunnen worden geconfigureerd in het
Configuratiemenu (GENCONF – Algemene configuratie). Alleen
ingelogde gebruikers kunnen de nachtmodusinstellingen wijzigen
(zie ook paragraaf 4.5.1).
Het condensatiepunt wordt 's nachts verhoogd om het aantal
werkende ventilatoren te begrenzen (apparaten met de optie van de
condensatieregeling van de droge koeler).
de
NL - 40
actief
is
(Keuze
stroombegrenzing

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor CIAT POWERCIAT LX

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hydrociat lw

Inhoudsopgave