7 - STANDAARD REGELINGEN EN OPTIES
7.19
Optie Verdamperverwarming (POWERCIAT LX)
De verdamperheater beschermt de verdamper tegen bevriezing wanneer
het apparaat is gestopt bij een lage buitenluchttemperatuur. De heater
wordt geactiveerd bij lage buitenluchttemperatuur.
7.20
Droge koeler vrije koeling (POWERCIAT LX /
HYDROCIAT LW)
Zowel de POWERCIAT LX als de HYDROCIAT LW eenheden
kunnen worden uitgerust met een droge koeler die bij een
lage buitenluchttemperatuur de koeling van het water voor het
airconditioningssysteem bevordert ("droge koeler met vrije koeling").
Deze vrije koeling optie kan worden ingeschakeld als er een eenheid
(koelmachine of warmtepomp) tezamen werkt met een droge
koeler. Dit "droge koeler vrije koeling" bedrijfstype is mogelijk als de
buitenluchttemperatuur lager is dan de temperatuur van het watersysteem
en de geconfigureerde startdrempelwaarde.
OPMERKING: de temperatuur van het watersysteem van de droge
koeler en de buitenluchttemperatuur voor de vrije koeling die de
regeling meet zijn alleen-lezen waarden die u kunt controleren in
het DC vrije koeling statusmenu (DCFC_STA).
De regeling maakt onderscheid tussen twee typen ventilatorregelingen
voor de optie van een vrije koeling van de droge koeler waarbij het
eerste type gebruikmaakt van ventilator trappen en het tweede type een
toerengeregelde ventilator gebruikt. Ook kan een gemengde configuratie
worden gebruikt (aansturing van vast en variabel toerental ventilatoren).
De vrije koeling wordt normaal gesproken gestopt als de vrij koeling OAT
[fc_oat] hoger is dan de watersysteemtemperatuur en de geconfigureerde
start/stopgrenswaarde. Als echter is gebleken dat de koelcapaciteit van
de droge koeler onvoldoende is om het koelingssetpoint te bereiken, dan
wordt de mechanische koeling dan gestart (als de capaciteit van de vrije
koeling 100% is, kan de mechanische koeling worden gestart).
7.21
Optie Droge koeler –
condensatiedrukregeling (HYDROCIAT LW)
Watergekoelde eenheden kunnen worden geleverd met de droge koeler
optie, waarbij de droge koeler wordt gebruikt om warmte af te staan die
afkomstig is uit der airconditioningseenheid (split systemen) en regeling
van de condensatietemperatuur mogelijk is. De ventilatortrappen van de
droge koeler worden geregeld op basis van een vaste wateruittrede van
de droge koeler (waarde aanpasbaar).
Het ventilatortype (vast of variabel toerental), het aantal en de opstelling
van de ventilatoren zijn afhankelijk van de configuratie.
De koelmachine en de droge koeler moeten via LEN RS-485 zijn
verbonden.
7.22
Hydromodule optie (POWERCIAT LX)
Met de hydromodule kan de waterstroomsnelheid doorlopend worden
bewaakt.
De hydromodule beschikt over de volgende parameters:
•
In- en uitgaande waterdruk
(PUMPSTAT in het Hoofdmenu)
•
Verdamperstroomsnelheid
•
Verdampercapaciteit
De waterstroomsnelheid is gebaseerd op het drukverschil tussen de
in- en uitgangsdruk van de verdamper en de drukvervalcurves van de
verdamper.
De verdampercapaciteit wordt berekend aan de hand van de
stroomsnelheid, de waterconstante en het verschil tussen de ingaande
en uitgaande verdamperwatertemperatuur.
POWERCIAT LX / HYDROCIAT LW
7.23
Schakelkast ventilatorbeveiliging
Eenheden die gebruik maken van R1234ze koudemiddel (mild
ontvlambaar categorie A2L) worden geleverd met een geavanceerde
bescherming van de elektrische box van de ventilator. In geval van een
storing van de schakelkastventilator, schakelt de eenheid uit en wordt
alarm 10100 geactiveerd.
7.24
Optie Hoge condensatietemperatuur
7.24.1
Koudemiddel R134a
De uittredetemperatuur van het condensorwater kan een maximum van
63 °C (145 °F) bereiken vergeleken met een maximum van 50°C (122°F)
voor eenheden zonder deze optie.
7.24.2
R1234ze koudemiddel
De uittredetemperatuur van het condensorwater kan een maximum van
70 °C (158 °F) bereiken vergeleken met een maximum van 55°C (131°F)
voor eenheden zonder deze optie.
7.25
Optie Maximum wateruittredetemperatuur
van de condensor (HYDROCIAT LW)
Bij watergekoelde apparaten zorgt deze optie ervoor dat de gebruiker de
uitgaande watertemperatuur van de condensor kan beperken op 45°C
(113°F) en kan de door de compressor opgenomen stroom worden
beperkt. Wanneer de condensatietemperatuur 44°C (111°F) wordt,
wordt de toename van de compressorbelasting gestopt. Wanneer de
temperatuur hoger wordt dan 45°C (113°F), wordt de compressor ontlast.
7.26
Brijnopties
Powerciag
LX/Hydrociat
verschillende typen koelvloeistoffen, inclusief standaard water en de
optionele brijnvloeistof, bijv. medium brijn (optie 5), lage brijn (optie 6) en
lichte brijn (optie 8). De brijnoptie wordt normaal gesproken gebruikt voor
lagetemperatuurtoepassingen.
OPMERKING: voor deze optie is de Software Activation Key nodig
(zie paragraaf 7.30).
7.27
BACnet (optie 149)
Het
BACnet/IP-communicatieprotocol
gebouwbeheerssysteem of de programmeerbare regelaars om met de
Connect Touch-regelaar te communiceren.
OPMERKING: voor deze optie is de Software Activation Key nodig
(zie paragraaf 7.30).
7.28
Snelle herstart (optie 295)
Snelle herstart is een optie waarmee de eenheid snel kan worden
opgestart en een snelle capaciteitsopbouw mogelijk is na een korte
voedingsspanningsonderbreking. Voor eenheden met ingeschakelde
snelle herstart, wordt de opbouwprocedure aangepast zodat de
koelmachine de maximale capaciteit veel sneller bereikt in vergelijking
met de standaard capaciteitsopbouw.
OPMERKING: Modbus is een vrije LX/LW optie en heeft geen software-
beveiligingssleutel nodig.
7.29
Modbus (optie 149B)
Het
Modbus-communicatieprotocol
gebouwbeheersysteem of de programmeerbare regelaars om met het
CONNECT TOUCH-regelsysteem te communiceren.
OPMERKING: Modbus is een vrije LX/LW optie en heeft geen software-
beveiligingssleutel nodig.
NL - 44
LW-koelmachines
bieden
een
wordt
gebruikt
wordt
gebruikt
aantal
door
het
door
het