3
Klik op [OK].
WSD configureren
1
Selecteer [WSD-instellingen]
2
Configureer de instellingen.
[Gebruik WSD-afdrukken]
Schakel dit selectievakje in om af te drukken via WSD. Als u niet afdrukt via WSD, schakelt u het
selectievakje uit.
[Gebruik WSD-bladeren]
Schakel dit selectievakje in om via WSD informatie over het apparaat op te halen van een computer. Dit
selectievakje wordt automatisch ingeschakeld wanneer u het selectievakje [Gebruik WSD-afdrukken]
inschakelt.
[Gebruik WSD-scannen]
Met behulp van WSD-scannen kunt u documenten naar een computer scannen zonder dat u een
scannerstuurprogramma hoeft te installeren. Schakel het selectievakje in als u documenten wilt scannen
via WSD. Als u WSD niet gebruikt voor scantaken, schakelt u het selectievakje uit.
[Gebruik Scannen naar computer]
Schakel dit selectievakje in om te scannen met WSD via het bedieningspaneel van het apparaat. U kunt dit
selectievakje alleen inschakelen als het selectievakje [Gebruik WSD-scannen] ingeschakeld is. Om scans
uit te voeren, selecteert u <Scannen> in het scherm Start en geeft u als scanbestemming een computer
op die via WSD is verbonden. (
[Gebruik Multicast Discovery]
Schakel dit selectievakje in als het apparaat moet reageren op multicast-discovery-opdrachten. Als het
selectievakje is uitgeschakeld, blijft de slaapstand van het apparaat actief, zelfs als er multicast-discovery-
berichten worden verstuurd in het netwerk.
3
Klik op [OK].
5
Start de machine opnieuw op.
●
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
Instellingen selecteren vanaf het bedieningspaneel
●
De instellingen voor LPD, RAW en WSD zijn ook bereikbaar via <Menu> in het scherm Start.
<LPD-instellingen>(P. 472)
<RAW-instellingen>(P. 472)
Instellen
[Bewerken].
Scannen, en op een computer opslaan(P. 284) ).
41