<LPD-instellingen>
LPD in- of uitschakelen. LPD is een afdrukprotocol dat op ieder hardwareplatform of in ieder besturingssysteem
kan worden gebruikt. U kunt ook de tijdsperiode instellen die verloopt van ontvangst van gegevens totdat het
afdrukken wordt geannuleerd, als ontvangst van afdrukgegevens wordt onderbroken.
en WSD-functies configureren(P. 40)
<Gebruik LPD-afdrukken>
<Uit>
<Aan>
<RX-time-out>
1 tot en met 5
tot en met 60 (min.)
<RAW-instellingen>
RAW in- of uitschakelen. RAW is een Windows-specifiek afdrukprotocol. U kunt ook de tijdsperiode instellen die
verloopt van ontvangst van gegevens totdat het afdrukken wordt geannuleerd, als ontvangst van
afdrukgegevens wordt onderbroken.
<Gebruik RAW-afdrukken>
<Uit>
<Aan>
<RX-time-out>
1 tot en met 5
tot en met 60 (min.)
<WSD-instellingen>
Schakel automatisch bladeren en verkrijgen van informatie voor de printer of scanner in of uit, door het WSD-
protocol te gebruiken.
Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren(P. 40)
<Gebruik WSD-afdrukken>
<Uit>
<Aan>
<Gebruik WSD-bladeren>
<Uit>
<Aan>
<Gebruik WSD-scannen>
<Uit>
<Aan>
<Gebruik Scannen naar comp.>
<Uit>
<Aan>
<Gebruik Multicast Discovery>
<Uit>
<Aan>
<FTP PASV-modus gebruiken>
Geef op of u de stand PASV wilt gebruiken voor FTP. Maakt u verbinding met een FTP-server via een firewall, dan
moet u de stand PASV selecteren.
Overzicht van menuopties
Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren(P. 40)
FTP PASV-modus configureren(P. 72)
472
Afdrukprotocollen