VOORZORGSMAATREGELEN
VOOR KOUDE
WEERSOMSTANDIGHEDEN
De werking van sommige componenten en
systemen kan worden beïnvloed bij
temperaturen lager dan circa -25°C.
PRECONDITIONERING VAN DE
AUTO VOOR RIJDEN BIJ KOUD
WEER
•
Laad de auto volledig op voordat u
vertrekt bij koud weer. Dit helpt uw
actieradius te maximaliseren.
•
Sluit de auto aan om de beste
bedrijfstemperatuur voor de accu te
behouden voordat u vertrekt.
•
Wanneer de auto is aangesloten, gebruikt
de auto energie van uw oplaadbron om
het interieur op te warmen en voor een
maximaal laadniveau van de accu te
zorgen.
•
Om de accu maximaal op te laden,
gebruikt u de stoelverwarming en een
lagere temperatuurinstelling voor de
klimaatregeling.
Mondeo Vignale (CNG) Hybrid Electric Vehicle (HEV)/Vignale, Vehicles Built From: 01-04-2021, CG3651nlNLD nlNLD, Edition date: 202101, First-Printing
Tips voor het rijden
N.B.: U kunt de auto via de FordPass-app
preconditioneren voor vertrek.
INRIJDEN
Banden
Nieuwe banden moeten ongeveer 480 km
worden ingereden. Tijdens deze periode kan
de auto ongewone rijeigenschappen
vertonen.
Remmen en koppeling
Vermijd indien mogelijk het intensief gebruik
van de remmen en de koppeling gedurende
de eerste 160 km in de stad en gedurende de
eerste 1.600 km op snelwegen.
ZUINIG RIJDEN
De volgende items kunnen het
brandstofverbruik verlagen:
•
Rijd vlot, geef zachtjes gas en anticipeer
de weg voor u om bruusk remmen te
voorkomen.
•
Controleer uw bandenspanning
regelmatig en zorg dat de banden zijn
opgepompt tot de juiste spanning.
329
•
Volg het aanbevolen onderhoudsschema
en voer de aanbevolen controles uit.
•
Plan uw rit en controleer het verkeer
voordat u vertrekt. Het is efficiënter om
boodschappen indien mogelijk te
combineren tot een enkele rit.
•
Voorkom stationair draaien bij koud weer
of gedurende lange periodes. Start de
motor alleen wanneer u klaar bent voor
vertrek.
•
Vervoer geen onnodig gewicht in de auto,
extra gewicht verspilt immers brandstof.
•
Breng geen onnodige accessoires op de
buitenkant van de auto aan, bijvoorbeeld
treeplanken. Klap een niet-gebruikte
dakdrager in of verwijder deze.
•
Schakel niet in neutraal wanneer u remt
of wanneer de auto vertraagt.
•
Sluit alle ruiten wanneer u tegen hoge
snelheden rijdt.
•
Schakel alle niet gebruikte elektrische
systemen uit, bijvoorbeeld de
airconditioning. Koppel eventuele
niet-gebruikte accessoires los van de
extra voedingspunten.