WAARSCHUWING: U bent steeds
verantwoordelijk voor de bediening van uw
auto. Het systeem is bedoeld als
hulpmiddel en is ontheft de bestuurder niet
van zijn plicht om tijdens het rijden
voorzichtig en oplettend te zijn. Als u deze
instructie niet opvolgt, kan dit leiden tot
verlies van controle over de auto en al dan
niet dodelijke verwondingen.
Actieve parkeerhulp gebeurt in verschillende
stappen, waarbij u wellicht meermaals moet
schakelen. Volg de instructies op het scherm
totdat het parkeermanoeuvre is voltooid.
Als u zich niet veilig voelt wanneer er zich een
voertuig of object in de buurt bevindt, kunt u
ervoor kiezen het systeem te onderdrukken
door het stuurwiel vast te pakken of door op
de knop voor actieve parkeerhulp te drukken
en de volledige controle over uw auto te
nemen.
Houd uw handen, haar, kleding en alle losse
voorwerpen uit de buurt van het stuurwiel
wanneer u actieve parkeerhulp gebruikt.
De sensoren bevinden zich op de voor- en
achterbumper.
N.B.: Houd de sensoren vrij van sneeuw, ijs en
ernstige vuilaanslag.
Mondeo Vignale (CNG) Hybrid Electric Vehicle (HEV)/Vignale, Vehicles Built From: 01-04-2021, CG3651nlNLD nlNLD, Edition date: 202101, First-Printing
Parkeerhulp
N.B.: Bedek de sensoren niet.
N.B.: Reinig de sensoren niet met scherpe
voorwerpen.
N.B.: De sensoren kunnen voorwerpen met
een oppervlak dat ultrasone geluidsgolven
absorbeert niet 'zien'. De sensoren kunnen
voorwerpen verkeerd detecteren door
interferentie met ultrasoongolven, die
bijvoorbeeld wordt veroorzaakt door uitlaten
van motorfietsen, luchtremmen van
vrachtwagens of claxons.
N.B.: Als u een band vervangt, moet het
systeem opnieuw worden gekalibreerd en kan
het wellicht korte tijd niet naar behoren
werken.
Het systeem werkt wellicht niet correct onder
de volgende omstandigheden:
•
U gebruikt een reserveband of een band
die meer is versleten dan de andere
banden.
•
Eén of meer banden zijn niet goed
opgepompt.
•
U probeert te parkeren in een krappe
bocht.
•
Er passeert iemand tussen de
voorbumper en de parkeerruimte.
Bijvoorbeeld een voetganger of fietser.
253
•
De rand van het aangrenzende
geparkeerde voertuig is hoog boven de
grond. Bijvoorbeeld een bus, takelwagen
of vrachtwagen.
•
De weersomstandigheden zijn slecht.
Bijvoorbeeld bij hevige regenval, sneeuw,
mist, hoge vochtigheid en hoge
temperaturen.
Gebruik het systeem niet in deze
omstandigheden:
•
U hebt een later aangebracht accessoire
in de buurt van de sensoren op de voor-
of achterkant van de auto geplaatst.
Bijvoorbeeld een fietsendrager of een
aanhanger.
•
U hebt een overhangend object op het
dak geplaatst. Bijvoorbeeld een surfplank.
•
De voorbumper, achterbumper of de
zijsensoren zijn beschadigd.
•
U gebruikt niet de juiste bandenmaat voor
uw auto. Bijvoorbeeld een
minireservewiel.