Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal
•
Kringlooppapier dat meer dan 25% afvalstoffen bevat en niet voldoet aan de norm DIN 19 309
•
Kringlooppapier met een gewicht van minder dan 60 g/m
•
Meervoudige formulieren en documenten
Transparanten
Transparanten kunt u invoeren vanuit de standaardlade (de lade voor 250 vel voor de T640 of de lade voor 500 vel voor de
T642 en T644), optionele laden voor 250 of 500 vel, of de universeellader. Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat
u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
Let bij het afdrukken op transparanten op het volgende:
•
Stel in het printerstuurprogramma het papiertype in op transparanten om schade aan de printer te voorkomen.
•
Stel op de Macintosh de papiersoort in op transparanten in het dialoogvenster Print, bij de optie voor
beeldbewerking in het popup-menu met het aantal afdrukken en pagina's.
•
Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Transparanten moeten temperaturen
kunnen weerstaan van 230 °C zonder te smelten, te verkleuren, om te krullen of gevaarlijke stoffen af te scheiden.
•
Zorg ervoor dat er geen vingerafdrukken op de transparanten komen. Dit kan namelijk een slechte afdrukkwaliteit
tot gevolg hebben.
•
Waaier de stapel uit voordat u de transparanten plaatst, zodat deze niet aan elkaar blijven plakken.
Transparanten selecteren
De printer kan rechtstreeks afdrukken op transparanten die zijn ontwikkeld voor gebruik in laserprinters. De afdrukkwaliteit
en duurzaamheid zijn afhankelijk van de gebruikte transparanten. Druk altijd voorbeelden af op de transparanten die u
overweegt te gebruiken voordat u er grote hoeveelheden van aanschaft.
Stel de papiersoort in op transparanten om papierstoringen te voorkomen. Raadpleeg de fabrikant of de leverancier van de
transparanten als u niet weet of uw transparanten bestand zijn tegen deze temperatuur van 230 °C. Gebruik alleen
transparanten die tegen deze temperaturen kunnen zonder te smelten, verkleuren, verschuiven of schadelijke stoffen af te
geven. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor gedetailleerde informatie. Deze gids is beschikbaar op de website
van Lexmark op www.lexmark.com.
Transparanten kunnen automatisch worden ingevoerd via de universeellader en alle standaardladen en optionele laden,
behalve via de lader voor 2000 vel. Zie Uitvoerladen identificeren en koppelen voor informatie over transparanten en
optionele uitvoerladen.
Wees voorzichtig als u met transparanten werkt. Vingerafdrukken op het oppervlak van een transparant leiden tot een
slechte afdrukkwaliteit.
Enveloppen
U kunt maximaal 10 enveloppen plaatsen in de universeellader en 85 enveloppen in de enveloppenlader. Maak altijd eerst
enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft. Zie Afdrukmateriaal in de universeellader
plaatsen en Enveloppenlader vullen voor instructies voor het plaatsen van enveloppen.
U drukt als volgt af op enveloppen:
•
U bereikt de beste resultaten als u enveloppen van goede kwaliteit gebruikt die speciaal zijn ontworpen voor
laserprinters.
•
Stel het papierformaat/-type in het menu Papier in op U-lader, Env.(handm.) of Env.lader al naar gelang de
gebruikte bron. Stel de papiersoort in op Envelop en selecteer het juiste envelopformaat met het
bedieningspaneel, in het printerstuurprogramma, in het hulpprogramma Printerconfiguratie van een lokale printer
of in MarkVision™.
•
Het beste resultaat bereikt u met enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht van 75 g/m
maximumgewicht van enveloppen is zowel voor de universeellader als voor de enveloppenlader 105 g/m
het katoengehalte lager is dan 25%. Enveloppen met een katoengehalte van 100% mogen niet zwaarder zijn dan
2
90 g/m
.
2
Afdrukmateriaal selecteren
70
2
. Het
2
, mits