Probleem
De pagina of een gedeelte
van de pagina is zwart.
De taak wordt afgedrukt,
maar de bovenmarge en
zijmarges zijn onjuist.
Er verschijnen
schaduwafbeeldingen.
Afdrukken met een grijze
achtergrond.
Een deel van de afdruk wordt
afgesneden aan de zijkant,
bovenkant of onderkant van
het papier.
Het beeld is scheef afgedrukt
of vervormd.
Slechte afdrukkwaliteit op
transparanten.
Problemen oplossen
Actie
Controleer of de cartridge goed is geïnstalleerd.
• Controleer of de instelling voor Papierformaat in het menu Papier correct is.
• Controleer of de marges in de toepassing op de juiste wijze zijn ingesteld.
• Controleer of de instelling voor Papiersoort in het menu Papier correct is.
• Vervang de fotoconductor.
• De instelling voor Tonerintensiteit is te hoog. Wijzig de instelling voor
Tonerintensiteit in het menu Kwaliteit.
• Wijzig de instelling voor Helderheid in een donkerdere waarde.
• Wijzig de instelling voor Contrast in een lichtere waarde.
• Raadpleeg de tabellen op pagina 114 voor meer informatie.
• De cartridge is mogelijk beschadigd. Plaats de cartridge terug.
Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat.
• Gebruik uitsluitend transparanten die door de fabrikant van de printer worden
aanbevolen.
• Selecteer bij Papiersoort in het menu Papier de optie Transparanten.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
113