Bijlage 7: Extra functies al naargelang de toepassing
Vereiste instelling voor een goede werking
Kamerthermostaat of drukschakelaar (niet beschikbaar op de ZXDE aggregaten) – Herstart van het systeem nodig
Parameter
Parameter beschrijving
C05
Selectie van de compressorregeling
R07
Configuratie van de digitale ingang 3
Parameter
Parameter beschrijving
A19
Configuratie van sensor 7
C05
Selectie van de compressorregeling
G01
Selectie van de kast temperatuursensor
G02
Temperatuur voor het uitschakelen
Positieve differentie die de bovenste inschakeltemperatuur
G03
Pumpdown met kamerthermostaat (niet beschikbaar op de ZXDE aggregaten) – Herstart van het systeem nodig
Parameter
Parameter beschrijving
C05
Selectie van de compressorregeling
G56
Gebruik het magneetventiel in de vloeistofleiding
R07
Configuratie van de digitale ingang 3
R08
Polariteit van de digitale ingang 3
S07
C01
Inschakeldruk van de compressor
C02
Uitschakeldruk van de compressor
C6.1.6/0816-1017/NL
Temperatuursensor (kast temperatuur) – Herstart van het systeem nodig
definieert
Uitgang van relais 4
De instelling moet worden aangepast al naargelang de toepassing
Fabrieksinstelling
SuP = Zuigdruk sensor
diS = Zuigdrukschakelaar / Kamerthermostaat
nu = Niet in gebruik
SuS = Zuigdrukschakelaar / Kamerthermostaat
Fabrieksinstelling
nu = Niet in gebruik
SuP = Zuigdruk sensor
nu = Niet in gebruik
+2°C
1K
Fabrieksinstelling
SuP = Zuigdruk sensor
diS = Zuigdrukschakelaar / Kamersthermostaat
Nee
nu = Niet in gebruik
SuS = Zuigdrukschakelaar / Kamerthermostaat
CL= Gesloten
nu = Niet in gebruik
4 bar relatief
2 bar relatief
Vereiste instelling
Vereiste instelling
tnt = Temperatuur van de thermostaat
CSt = Kast temperatuur
tnt = Temperatuur van de thermostaat
Aanpassen aan de toepassing
Aanpassen aan de toepassing
Vereiste instelling
Ja
CL = Gesloten
LLS = Magneetventiel vloeistofleiding
Aanpassen aan de toepassing
Aanpassen aan de toepassing
71