2 Materiële schade vermijden
2.1 Ovenruimte
Houd bij gebruik van de oven de overeenkomstige
aanwijzingen in acht.
LET OP!
Als de temperatuur hoger is dan 50°C ontstaat er
warmteophoping door voorwerpen op de bodem van
de binnenruimte. De bak- en braadtijden kloppen niet
meer en het email wordt beschadigd.
▶
Nooit toebehoren, bakpapier of folie, van welke
soort dan ook op de bodem van de binnenruimte
leggen.
▶
Uitsluitend een vorm op de bodem van de binnen-
ruimte plaatsen wanneer een temperatuur van min-
der dan 50°C ingesteld is.
Door aluminiumfolie aan de deurruit kunnen permanen-
te verkleuringen ontstaan.
▶
Aluminiumfolie in de binnenruimte mag niet in con-
tact komen met de deurruit.
Wanneer de hete binnenruimte water bevat, ontstaat er
waterdamp. Door de temperatuurverandering kan er
schade optreden.
▶
Giet nooit water in de hete binnenruimte.
▶
Zet nooit servies met water op de bodem van de
binnenruimte.
Wanneer er langere tijd vocht aanwezig is in de binnen-
ruimte ontstaat er corrosie.
▶
Laat na het gebruik de binnenruimte drogen.
▶
Geen vochtige levensmiddelen gedurende langere
tijd in de gesloten binnenruimte bewaren.
▶
Geen eten in de binnenruimte bewaren.
Wanneer er wordt afgekoeld terwijl de apparaatdeur
open staat, raken aangrenzende meubelfronten op den
duur beschadigd.
▶
Na een bereiding met hoge temperaturen de bin-
nenruimte alleen met gesloten deur laten afkoelen.
▶
Zorg ervoor dat er niets tussen de apparaatdeur be-
klemd raakt.
▶
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
met open deur laten drogen.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat vlekken
achter die niet meer kunnen worden verwijderd.
▶
De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet te
overvloedig bedekken.
▶
Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
Gebruik van ovenreiniger in de warme binnenruimte
leidt tot beschadiging van het email.
▶
Gebruik nooit ovenreiniger in de warme binnenruim-
te.
▶
Vóór het opnieuw opwarmen de resten uit de bin-
nenruimte en van de apparaatdeur volledig verwijde-
ren.
Is de afdichting sterk vervuild, dan sluit de deur tijdens
het gebruik niet meer goed. De aangrenzende meubel-
fronten kunnen dan beschadigd raken.
▶
Zorg ervoor dat de afdichting altijd schoon is.
▶
Nooit het apparaat met beschadigde afdichting of
zonder afdichting gebruiken.
Wanneer de apparaatdeur wordt gebruikt als vlak om
iets op te zetten of te leggen kan hij beschadigd raken.
▶
Niets op de open deur zetten of leggen en niet er-
aan hangen.
▶
Geen vormen of accessoires op de apparaatdeur
plaatsen.
Wanneer u het apparaat aan de greep van de afdek-
king draagt of beweegt, dan kan de greep afbreken en
schade aan de scharnieren veroorzaken. De greep van
de afdekking is niet gemaakt voor het gewicht van het
apparaat.
▶
Draag of beweeg het apparaat niet aan de greep
van de afdekking.
Bij het grillen kunnen vanwege de hoge temperaturen
de bakplaat of braadslede vervormen en bij het uitne-
men de emaillelaag beschadigen.
▶
De bakplaat of braadslede bij het grillen niet boven
hoogte 3 inschuiven.
▶
Boven hoogte 3 alleen direct op het rooster grillen.
2.2 Kookplaat met gas
Houd bij gebruik van het apparaat de overeenkomstige
aanwijzingen in acht.
LET OP!
Hittestuwing kan het apparaat beschadigen.
▶
De roestvrijstalen plaat nooit afdekken, bijv. met alu-
miniumfolie of fornuisbeschermfolie.
▶
Alleen het voorgeschreven toebehoren gebruiken.
Door hitte kan schade aan aangrenzende apparaten of
meubelen ontstaan. Als het apparaat langere tijd wordt
gebruikt, ontstaan hitte en vocht.
▶
Een venster openen of een naar de open lucht lei-
dende dampafzuiging inschakelen.
Hittestuwing kan het apparaat beschadigen.
▶
Geen braadsledes, pannen of grillstenen met meer-
dere branders tegelijkertijd warm maken.
Verkeerde positie van de bedieningsknop leidt tot func-
tiestoringen.
▶
Als het apparaat niet in gebruik is, de bedienings-
knop altijd op de nulstand draaien.
Aluminiumfolie en plastic bakken smelten vast aan de
hete kookzones.
▶
Houd bij speciale bakken de informatie van de fabri-
kant aan.
▶
Gebruik geen beschermfolie op de kookplaat.
De brander ontsteekt eventueel niet of de brandervlam
is niet gelijkmatig.
▶
Ervoor zorgen dat de kookplaatbranders schoon en
droog zijn.
▶
De branderkelk en het branderdeksel moeten exact
op hun plaats zitten.
Voedsel kan overkoken.
▶
Overgelopen voedsel direct verwijderen.
▶
Gebruik voor gerechten met veel vloeistof hoge pan-
nen.
▶
Zo voorkomt u het overkoken.
Binnendringende vloeistof kan schade aan het appa-
raat veroorzaken.
▶
De omgeving van het apparaat moet droog en
schoon zijn.
▶
Houd het apparaat en de omgeving ervan na elke
reiniging droog en schoon.
▶
Zorg ervoor dat zich op geen van de oppervlakken
van het apparaat nog reinigingsmateriaal, reinigings-
middel of waterresten bevinden.
Materiële schade vermijden nl
7