GEBRUIKS-EN ONDERHOUDSHANDLEIDING - OPTIMUM 6 en 8
Foto 10
• Verzekert u zich ervan dat niemand zich in de nabijheid van de machine bev-
indt alvorens het platform te heffen of te laten dalen.
• Verzekert u zich ervan dat geen enkel obstakel de volgende bewegingen
kan beletten:
- translatie (verplaatsing van de machine).
- heffen van het platform.
- LET OP: zie tekening «werkruimte» (paragraaf 2.4 - pagina 9).
4.3.2.4 - Hydraulisch systeem
• Controleer de pomp en de hydraulische centrale: geen lekkages, onder-
delen goed bevestigd.
• Controleer het niveau van de hydraulische olie.
4.3.2.5 - Accu's
• Controleer of de accupolen schoon en goed gesloten zijn. (het losgaan of
corrosievorming kunnen vermogenverlies tot gevolg hebben).
• Controleer het elektrolietenniveau van de accu's: het niveau moet zich op
ongeveer 10 mm boven de labels bevinden; indien nodig aanvullen met
gedestileerd water.
• Controleer de schuifwerking van de accubak. ( Foto 14, pagina 33).
4.3.2.6 - Veiligheidsonderdelen
• Controleer of de noodstopknoppen hoog en laag goed werken (Foto 10 en
Foto 12).
• Controleer of de scheefstandmelder goed werkt (Foto 11) platform geheven
(de rode noodstopknop ontgrendeld), het geluidssignaal moet werken als de
maximale helling is bereikt.
• Controleer of de eindschakelaars vrij zijn van vreemde elementen.
• Controleer de werking van de visuele en de geluidsalarmen.
Pas op !
Let op! Als de machine een stopcontact van 220 volt heeft, moet het
verlengsnoer verplicht aangesloten worden op een beschermd stopcontact
door middel van een aardlekschakelaar van 30 mA.
Pas op !
Let op! Deze machines zijn niet geïsoleerd en mogen niet in de buurt van
elektriciteitskabels gebruikt worden.
Foto 11
Foto 12
29