10 Ingebruikneming
Lees vóór de ingebruikneming de gebruiksaanwijzing en de veiligheidsvoorschriften 5 zorgvuldig en obser-
veer ze.
Controleer vóór het inschakelen of
• er zich geen losse onderdelen op de vandiktebank bevinden en alle gereedschappen zijn
verwijderd,
• de afschermingen zijn aangebracht in overeenstemming met de voorschriften,
• het afzuigsysteem is aangesloten en werkt,
• de draairichting correct is
• de V-snaren zijn gespannen
• en er zich geen personen in de gevarenzone van de machine bevinden.
10.1 In- en uitschakelen van de machine
10.1.1 Schakel in
• Zet de hoofdschakelaar (1) op de achterkant van de machine aan (stand "I"), zie Figuur 11.
De machine kan alleen worden gestart als de schakelaar (8) voor de aanvoeraandrijving in
stand "0" staat en de schakelaar (10) "Rem lichten" in "Normaal bedrijf" (rechts) staat!
• Start de schaafas met de drukknop (7).
• Stel de gewenste voedingssnelheid in:
a) Tweetrapsaanvoer (standaard):
Met draaiknop (8) Aanvoersnelheid
I of II inschakelen (schakelaar stand I = 7 m/min /
stand II = 14 m/min) → De aanvoer loopt.
b) Traploze voeding (optie):
Draai de draaipotentiometer (9) helemaal naar links
en schakel de voeding in met de drukknop (8). Dan
de gewenste voedingssnelheid (3 ... 24 m/min) door
middel van draaipotentiometer (9) set. De actuele
snelheid wordt weergegeven in de positioneerbe-
sturing (zie hoofdstuk 11) .
Belangrijk: Begin pas te werken als de machine op volle snelheid is (na ca. 10 s).
Pas dan kan de aanvoer worden gestart (zie de waarschuwingen in hoofdstuk 11.7.1).
• De hoogte wordt ingesteld via de positioneerregelaar (3). Zie voor de procedure 11.4.
10.1.2 Uitschakelen
• Zet de aanvoerschakelaar (8) uit.
• Stop de schaafas met de drukknop (7).
• Zet de hoofdschakelaar (1) aan de achterkant van het apparaat uit.
10.1.3 Noodstopinrichting
In geval van nood kan de machine buiten werking worden gesteld met de volgende twee schakelaars:
1. Noodstopknop (5) op het bedieningspaneel aan de invoerzijde.
2. Hoofdschakelaar (1) aan de achterkant van de machine.
BA_PH_436-100_NL_27-22.docx
Standaard
0 I II
8
7
5
10
Figuur 14: Bedieningspanelen (standaard en optioneel)
3
2
4
1
5
0
33