5.3
Gevaarlijke gebieden
Gevarenzone 2
Figuur 2: Gevarenzones bij het vandikte schaven
Gevaarlijk gebied
Soort gevaar
Gevaar van binnendringen en sneeuw!
1
Hoewel de schaafas van buitenaf niet toe-
gankelijk is, is het theoretisch mogelijk om
vanaf de laad- of loszijde in de opening van
de machine en dus in de roterende schaafas
te reiken. Er is hier een hoog risico op ver-
wondingen en zelfs de dood!
Gevaar voor terugslag!
2
Ondanks beveiliging door middel van een te-
rugslagbeveiliging kan het werkstuk in uit-
zonderlijke gevallen gevaarlijk terugslaan en
de ernstigste verwondingen veroorzaken en
het leven van mensen in gevaar brengen. Dit
kan bijvoorbeeld het geval zijn als het werk-
stuk zodanig kantelt dat de terugslagklep
geen grip meer heeft.
Gevaar voor verplettering!
3
Het bewerkte werkstuk wordt voortdurend
door middel van automatische aanvoer uit
de uitvoerkant van de vandiktebank ge-
voerd. Als er een obstakel aan de kant van
de levering is, bestaat het risico dat iemand
die daar is, wordt verpletterd.
5.3.1 Werkterreinen & Beschermende maatregelen
•
De bediener van de machine moet in het algemeen aan de aanvoerzijde van de machine staan, in de snij-
richting en met zijn lichaam naar de zijkant van de machinetafel wanneer hij dikte schaaft. Het betreden van
de gevarenzone 2, gemarkeerd in Figuur 2 is verboden wanneer de schaafas in werking is.
•
Om kantelen van langere werkstukken te voorkomen, moet een tafelverlenging worden gebruikt.
•
Een benodigde assistent voor de werkstukverwijdering moet in het algemeen aan de kant van de machine
staan waar het werkstuk wordt afgeleverd. Hij grijpt niet in het bewerkingsproces, maar verwijdert alleen
de bewerkte werkstukken. Verblijf aan de voerkant en in de gevarenzone is verboden.
•
Eventuele waarnemers moeten in het algemeen buiten de gevarenzone blijven. Hier wordt een voldoende
grote afstand voorgeschreven, zodat de bediener van de machine en eventuele assistenten niet in hun
werk kunnen worden gehinderd.
BA_PH_436-100_NL_27-22.docx
Operator
Gefahrenbereich
Gevarenzone 1
Gevarenzone 3
Hulp persoon
Tabel uitbreiding
Obstakel
(b. v. muur enz.)
Vermijding
1.
Grijp nooit in de vandikteschaaf als de
schaafas draait of de machine is ingeschakeld
(zie gevarenzone 1 hierboven).
2.
Alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren of materiaal te verwijderen, moet u
de hoofdschakelaar uitschakelen en beveili-
gen met een hangslot.
1.
De bediener moet altijd naast de machine
staan en nooit voor de invoergoot. Bovendien
mag het werkstuk in geen geval met het li-
chaam worden geduwd.
2.
Het is verboden zich in de gevarenzone 2 te
(
bevinden
zie figuur hierboven) wanneer
de schaafas in werking is. Dit geldt zowel voor
de operator als voor een assistent.
Houd altijd de leveringszijde vrij en plaats
geen obstakels, zoals muren, materiaalkarre-
tjes, vorkheftrucks, enz. in de gevarenzone 3
die in de bovenstaande illustratie is aangege-
ven.
22