Onderhoud
7.1 Onderhoud door installateur (eenmaal per jaar)
1. Verwijder het deksel.
2. Demonteer de branderplaat en de brander.
Borstel de brander goed schoon en controleer of de beugels
recht staan.
3. Koelstaven schoonborstelen zonder deze te verbuigen en
controleren of de staven vrijstaan van branderdek en
ontsteekpen. Als de staven toch contact maken met brander-
dek of ontsteekpen, dienen zij vervangen te worden. Hier-
voor dient het borgingsplaatje aan het uiteinde van de brand-
erstaaf verbogen te worden.
4. Controleer of de warmtewisselaar is vervuild.
Bovenzijde:
Verwijder de bevestigingsplaat rookgasventilator
compleet met deze ventilator.
Controleer visueel of de warmtewisselaar
vervuild is.
Onderzijde:
Controleer ook hier visueel of de warmtewis-
selaar vervuild is.
Na het losnemen van de gaskoppeling moet de
rubber afdichtring altijd worden vervangen!
Eventueel de warmtewisselaar doorspuiten met perslucht
vanaf de onderzijde.
5. Controleer of het filter aan de inlaatzijde van de beveiligings-
afsluiter vervuild is.
6. Bovenzijde: Monteer de bevestigingsplaat rookgasventilator
compleet met de ventilator.
Onderzijde: Monteer de beveiligingsafsluiter met de brander.
7. Controleer ontsteking van brander op goede werking
(zie paragraaf 5.1.1).
8. Gasdruk controleren en eventueel bijstellen (eventueel
gasverbruik opnemen) (zie paragraaf 5.2).
9. Ventilator-/maximaalthermostaat controleren.
N.B.
Indien rookgasventilator wordt gedemonteerd dient bij de
montage hiervan nieuwe afdichtringen te worden geplaatst.
(Voor artikelcodes, zie Exploded view paragraaf 9.1 en 9.2)
Flair IGB
5e druk juni 2003
Hoofdstuk 7
19