Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Condensaatafvoer 4.2; Gasaansluiting 4; Elektrische Aansluitingen 4; Aansluiting Netspanning 4.4 - Brink Flair IGB Installatievoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

Installeren
4.2.5 Condensaatafvoer
Indien men een rookgasafvoerlengte toepast, welke langer is dan
de droge lengte vermeld in de tabel van paragraaf 4.2.4, wordt u
geadviseerd om contact op te nemen met de fabrikant.
In deze situatie zal er altijd een condensaatafvoer in de rookgas-
afvoerpijp gemonteerd moeten worden (Zie figuur 16).
Figuur 16: Aansluiten condensaatafvoer op de riolering
4.3 Gasaansluiting
De maat en het verloop van de gastoevoer dienen in overeen-
stemming met de voorschriften van het plaatselijk gasbedrijf te
worden vastgesteld. Raadpleeg hierbij NEN 1078 (GAVO).
De gastoevoer wordt met
/
aansluiting op het toestel aangesloten.
1
2
4.4 Elektrische aansluitingen
De elektrische aansluiting dient door een erkend installateur te
geschieden en te voldoen aan de NEN 1010 en de plaatselijk
4.4.1 Aansluiting netspanning
Het aanleggen van een elektrische voeding 230~V/50Hz met
aardleiding afgewerkt op een dubbelpolige werkschakelaar met
aardcontact met een contactopening van tenminste 3mm of een
wandcontactdoos met randaarde. Aanbevolen wordt deze voeding
aan te sluiten op een aparte eindgroep afgezekerd met 16 Amp.
Bij aansluiten op een wandcontactdoos dient ter altijd de contact-
stop bereikbaar te zijn.
4.4.2 Aansluiten ruimtethermostaat
Een 3-aderige 230 V aansluiting (fase, nul en aarde) naar de
ruimtethermostaat, koperdoorsnede minimaal 0,75 mm
Men dient daarbij gebruik te maken van de gemonteerde wartel
bij de doorvoer van de thermostaatkabel, zodat deze trek ontlast
is en luchtdicht afsluit.
De kabel wordt aangesloten op de aansluitstrip in het toestel.
E.e.a overeenkomstig het regel- en beveiligingsschema op para-
graaf 8.1 en de bedradingsschema op paragraaf 8.2.
Deze condensaatafvoer (artikelcode 630505) dient separaat
besteld te worden en is zowel toepasbaar voor een verticale als
een horizontale rookgasafvoersysteem .
Het condensaat kan zonder bezwaar via de binnenriolering
worden afgevoerd (NEN 3287).
Bij afpersen moet of de beveiligingsafsluiter nog niet zijn aan-
gesloten of de gastoevoer vlak voor de beveiligingsafsluiter zijn
afgesloten ter voorkoming van beschadiging hiervan.
De maximale druk voor het afpersen bedraagt 150 mbar.
geldende voorschriften.
De voedingskabel naar het toestel dient te worden aangesloten
d.m.v. de aansluitstrip in het toestel, overeenkomstig het bedra-
dingsschema op paragraaf 8.2.
Men dient daarbij gebruik te maken van de gemonteerde wartel
bij de doorvoer van de voedingskabel, zodat deze trek ontlast is
en luchtdicht afsluit.
Neem bij het plaatsen van de ruimtethermostaat de volgende
2
.
punten in acht:
• Plaats de ruimtethermostaat voor het zicht waterpas.
• Ongeveer 1,65 meter boven de vloer.
• Goed bereikbaar voor de normale luchtcirculatie in het vertrek.
• Niet tegen de buitenmuur.
• Niet blootstellen aan invloeden van vensters, tocht van buiten-
deuren en elektrische apparaten die warmte ontwikkelen.
Flair IGB
5e druk juni 2003
Hoofdstuk 4
1 = Toestel
2 = Met afschot naar het toestel
monteren
3 = Trechter
4 = Stankafsluiter
5 = Aansluitleiding
6 = Standleiding
7 = Wasbak
3891-0
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave