Hoofdstuk 4
4.2.4 Lengte toe- en afvoersysteem
Lengte enkelwandig toe- en afvoersysteem
Uitmonding Ø80
Uitmonding Ø90
Pijp Ø80
Max.
Droge
lengte
lengte
lengte
A (m)
D (m)
B-16
15,0
5,5
B-20
15,0
7,0
B-27
15,0
9,5
B-33
15,0
10,5
B-40
11,5
10,5
B-46
4,0
4,0
B-53
-
-
B-60
-
-
B-80
11,5
10,5
2x
2x
B-92
4,0
4,0
2x
2x
Figuur 14: Vertikaal toe- en afvoersysteem Flair IGB
Figuur 15: Horizontale toe- en afvoersysteem Flair IGB
12
Uitmonding Ø90
Pijp Ø90
Pijp Ø100
Max.
Droge
Max.
lengte
lengte
A
D
A
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
12,5
12,5
-
10,0
10,0
-
5,5
5,5
9,5
-
-
-
12,5
12,5
-
2x
2x
Flair IGB
Per bocht (R/D= 1) in toevoer of afvoer geldt een equivalente
lengte van:
- bocht 15º 0,25 m
Droge
- bocht 30º 0,30 m
lengte
- bocht 45º 0,50 m
D
- bocht 90º 1,00 m
-
-
De droge lengten zijn berekend met het afvoerprogramma en de
-
daarbij behorende richtlijnen van GASTEC N.V. te Apeldoorn d.d.
-
16 maart 1990.
-
-
Opmerking:
-
Indien men een afwijkende situatie heeft t.o.v. de in dit installa-
9,5
tievoorschrift beschreven omstandigheden wordt geadviseerd
contact op te nemen met de fabrikant voor de juiste afvoer- c.q.
-
toevoerlengten.
-
1 = Uitmonding vlgs. NEN 1078
3886-0
1 = Minimaal 220 mm; uitmonding vlgs NEN 1078
2 = Minimaal 220 mm
3887-0
5e druk juni 2003
Installeren