6. Gebruik aseptische techniek om de bandjes van de klem/canule los te maken, te openen en te
verwijderen.
7. Gebruik aseptische techniek en voer de pre-transplantatie preparatie van de nier uit.
8. Nadat de nier uit de Transporter is verwijderd: leg het afdekdoek aan de kant, plaats de deksels
van het perfusiecircuit opnieuw op de LifePort, schakel het apparaat uit en maak het gereed voor
terugkeer naar het basisstation. Het nierbedje en wegwerpbare canule moeten worden verwijderd in
overeenstemming met de plaatselijke richtlijnen voor biomedische afval.
Vastleggen en downloaden van data
Inleiding
Als optionele procedure kunnen de data die zijn gegenereerd en opgeslagen aan boord van de LifePort
worden gedownload en opgeslagen op een computer, door gebruik van de meegeleverde Datakabel van
LifePort Kidney Transporter. U kunt ook data van vroegere procedures downloaden via de bestanden die
zijn opslagen in de LifePort.
NB: De LifePort Kidney Transporter kan historische data, zonder informatie over handelingen van de
gebruiker, zenden. De Datakabel kan worden aangesloten op de datapoort, een USB-aansluiting op
het externe verbindingspaneel aan de achterzijde van het apparaat. Wanneer de infusiemodus actief
is, registreert de interne computer van LifePort Kidney Transporter elke 10 seconden de perfusie- en
statusdata.
Dataregistratie begint na inschakeling wanneer de LifePort Kidney Transporter voor het eerst de INFUSE
modus ingaat. Dataregistratie gaat voort totdat de LifePort wordt uitgeschakeld.
Schakel het apparaat UIT en weer IN om een nieuw databestand te genereren. De LifePort Kidney
Transporter biedt ruimte voor maximaal vijf databestanden. Bestanden moeten worden gedownload naar
een computer na beëindiging van elke case. Na het downloaden kunnen de cases uit het geheugen van
de LifePort Kidney Transporter worden verwijderd.
Elk van de vijf LifePort Kidney Transporter databestanden biedt ruimte voor 48 uur aan data. Wanneer
één perfusieprocedure langer dan 48 uur duurt, kunt u een nieuw bestand aanmaken door de LifePort
Kidney Transporter uit en dan weer in te schakelen en door de perfusieprocedure daarna te hervatten.
De volgende data worden opgeslagen:
•
Het volgnummer van het databestand
•
Infusietijd
•
Ingestelde druk
•
Gemeten systolische druk
•
Gemiddelde druk
•
Gemeten diastolische druk
•
Debiet
•
Orgaanweerstand
•
Temperatuur in de ijsbak
755-00002nl Rev L
Ga verder met beide opties A en B, alsvolgt:
Gebruikershandleiding voor de LifePort Kidney Transporter
49