Perfusiecircuit voor de LifePort Kidney Transporter
Het perfusiecircuit bevat de componenten voor het vloeistofmanagement die nodig zijn om één enkele nier te
perfunderen. Het perfusiecircuit bestaat uit:
•
Het PERFUSIECIRCUIT is de behuizing waarin de nier zich bevindt. De nier wordt ondersteund
door het nierbedje en op zijn plaats gehouden door het gazen netje.
De waterdichte orgaan cassette fungeert als reservoir voor de perfusievloeistof, waar de
nier gedeeltelijk ondergedompeld wordt omsloten. Een doorzichtig, steriel binnendeksel en
doorzichtig buitendeksel vormen een waterdichte afsluiting.
De orgaan cassette is voorzien van infuse-, wash- en returnpoorten die precies op het
perfusiecircuit passen. De infuuslijn in het perfusiecircuit loopt uit op een mannelijke luer-
aansluiting. Deze aansluiting kan weer worden verbonden met de canule.
•
Het PERFUSIECIRCUIT vormt een afgesloten pad voor de vloeistof. Het trekt de vloeistof uit
het perfusiebad en levert deze aan de nier. Het perfusiecircuit bestaat uit:
•
•
•
•
•
•
•
•
Wegwerpbare niercanules voor de LifePort Kidney Transporter
De wegwerpbare canules van de LifePort Kidney Transporter verbinden het perfusiecircuit met de
nierslagader. Canules zijn in veel verschillende soorten en maten verkrijgbaar, zodat men de canule
kan kiezen die het meest geschikt is voor de anatomie van de nier: grote slagader, meerdere slagaders,
plaque op de slagader – met of zonder aorta patch.
Wegwerpbare steriele afdekdoek voor de LifePort Kidney Transporter
Het steriele afdekdoek wordt gebruikt om de aseptische condities te handhaven binnen het
perfusiecircuit.
Operationele accessoires
De LifePort Kidney Transporter gebruikt speciale accessoires en toebehoren. Om het apparaat goed te
doen functioneren, is het belangrijk alleen accessoires en toebehoren te gebruiken die afkomstig zijn van
Organ Recovery Systems of van leveranciers met producten die compatibel zijn met de LifePort Kidney
Transporter.
755-00002nl Rev L
Een slangsysteem dat de slangen verbindt met de pomp, kleppen en sensoren van het
pompdek en zo de aansluiting van het perfusiecircuit met het pompdek vereenvoudigt.
Een luchtbellenfilter op het slangsysteem om te voorkomen dat er lucht in de infuuslijn
komt.
Infuse-, wash- en returnleidingen op het slangsysteem, bedoeld om de stroming van de
perfusievloeistof te regelen.
Een gesloten pompslang zich uitstrekkend vanuit het slangsysteem en gespannen
rondom de kop van de infusiepomp.
Een monsterpoort aan de bovenzijde van het slangsysteem, bedoeld om monsters van
de perfusievloeistof te nemen of om vloeistoffen te injecteren zonder het perfusiecircuit
te openen.
Een druksensor en aansluiting, een doorstroom druksensor in de infuuslijn, bedoeld
om de druk van de perfusievloeistof in het perfusiecircuit te meten. Deze sensor is
aangesloten op de druksensor kabel van het pompdek en stuurt drukdata naar de
interne computer.
Een filter onder het perfusiecircuit. Deze filter verzamelt materialen die het vaatstelsel
van de nier kunnen blokkeren, waardoor een behoorlijke doorstroming kan worden
gehinderd.
Een compliantie-ruimte onder het perfusiecircuit, bedoeld om een stabiele perfusiedruk
te handhaven.
Gebruikershandleiding voor de LifePort Kidney Transporter
13