3. Schuif de aorta-patch door het midden van de canule ringen.
4. Leg elke patch vlak en zorg dat het weefsel de hele afdichtingsring bedekt. Gebruik eventueel
instrumenten om het weefsel tijdelijk op zijn plaats te houden tot de canule stevig gefixeerd is.
5. Sluit de canules en hecht het weefsel vast tussen de twee helften.
6. Wikkel elk bandje – recht en stevig – om de beide helften van de canule. Maak ze daarna aan
de posten vast.
7. Spoel via gravity flow (zwaartekracht stroming) kleine hoeveelheden spoeloplossing door de
canule. Controleer daarna of er lekkages zijn opgetreden tijdens het chirurgische proces of bij
de canule en repareer eventuele lekkages.
8. Zoek een hoofdvat.
9. Plaats het orgaan in het nierbedje en bevestig de canule die aan het hoofdvat is vastgemaakt in
de canulehouder.
10. Pas de hoogte en rotatie van de canulehouder aan, zodat het vat zich in een comfortabele
positie bevindt.
11. Inspecteer het vat visueel en controleer dat er geen verdraaiingen of occlusies zijn.
12. Breng het gazen netje aan over de nier en hecht het orgaan vast in het nierbedje.
32
Stap 3
Stap 5
Stap 9
Stap 12
Gebruikershandleiding voor de LifePort Kidney Transporter
Stap 4
Stap 6
755-00002nl Rev L