Eerste inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling en het aanpassen van de
regeling aan de plaatselijke en bouwkundige omstan-
digheden, evenals het instrueren in de bediening moe-
ten door uw verwarmingsinstallateur worden uitge-
voerd.
Uw installatie is vooraf ingesteld
Uw verwarmingsinstallatie is vooraf in de fabriek inge-
steld en dus klaar voor gebruik.
Uw verwarmingsfirma kan bij de eerste inbedrijfstelling
verdere instellingen voor u verrichten.
U kunt de instellingen steeds individueel volgens uw
wensen wijzigen.
Tips om energie te besparen
Kamerverwarming
■
Kamertemperatuur:
Maak de kamers niet te warm. Elke graad kamertem-
peratuur minder spaart tot 6 % verwarmingskosten.
Stel de kamertemperatuur niet hoger in dan 20 °C.
Modi:
■
Als u geen kamerverwarming wilt, kiest u één van de
volgende modi:
–
Als u in de zomer de kamers niet wilt verwarmen,
maar toch warm water nodig heeft, zet u de ketel-
watertemperatuur op OFF (zie pagina 11).
Als u gedurende langere tijd geen kamers wilt ver-
–
warmen en geen warm water nodig heeft, zet u de
ketelwater- en warmwatertemperatuur op OFF.
■
Ventileren:
Om te verluchten, zet u de ramen even helemaal
open en sluit u daarbij de thermostaatkranen (indien
er geen woningventilatiesysteem aanwezig is).
■
Rolluiken:
Laat de rolluiken (indien aanwezig) neer zodra het
donker wordt.
Thermostaatkraan:
■
Stel de thermostaatkraan goed in.
■
Radiatoren:
Zet de radiatoren en thermostaatkraan niet dicht.
Warmwaterbereiding
Warmwatertemperatuur:
■
Stel de temperatuur in de warmwaterboiler niet te
hoog in (zie pagina 14).
■
Warmwaterverbruik:
Neem liever een douche in plaats van een bad. Voor
een douche is meestal minder energie nodig dan
voor een vol bad.
Stroomuitval
Bij stroomuitval blijven alle instellingen behouden.
Eerst informeren
7