In- en uitschakelen
Verwarmingsinstallatie inschakelen
Nadat een verwarmingsinstallatie gedurende lange tijd
buiten werking is geweest, adviseren wij voor de inbe-
drijfstelling contact op te nemen met uw verwarmings-
firma.
2
1
0
bar
Afb. 4
Afb. 5
Verwarmingsinstallatie uitschakelen
Met vorstbeschermingsbewaking
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Be-
gripsverklaringen" in de bijlage.
Als u uw verwarmingsketel enkele dagen niet wilt
gebruiken, kunt u het toestel uitschakelen.
Zet de ketelwater- en warmwatertemperatuur op OFF.
Voor de verwarmingsketel en de warmwaterboiler is de
vorstbeschermingsbewaking actief.
Zonder vorstbescherming (buitenbedrijfstelling)
Als u uw verwarmingsinstallatie gedurende een lan-
gere periode (meerdere maanden) niet wilt gebruiken,
moet u het systeem buiten bedrijf stellen.
Vóór een langere buitenbedrijfstelling van uw verwar-
mingsinstallatie adviseren wij u contact op te nemen
met uw verwarmingsfirma. Deze zal, indien nodig, de
geschikte maatregelen treffen om bijv. uw installatie te
beschermen tegen vorst of om de verwarmingsvlakken
te behandelen tegen corrosie.
10
3
4
1. Controleer de druk van de verwarmingsinstallatie
op de manometer.
Minimum installatiedruk 0,8 bar
Neem contact op met uw verwarmingsfirma als de
druk van de installatie te laag is.
2. Bij open werking:
De verbrandingslucht wordt uit de installatieruimte
gehaald.
Controleer of de beluchtings- en ontluchtingsope-
ningen van de installatieruimte openstaan en niet
geblokkeerd zijn.
3. Gasafsluitkraan openen.
4. Netschakelaar inschakelen.
Uw verwarmingsinstallatie en ook de kamerthermo-
staat (indien aangesloten) zijn nu bedrijfsklaar.
Opmerking
Vorstbescherming voor de complete verwarmingsin-
stallatie, zie bedieningshandleiding van de kamerther-
mostaat.
1. De gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen
ongewenst openen.
2. Netschakelaar uitschakelen.
De installatie wordt nu spanningsloos geschakeld.
Er is geen vorstbescherming.