14.5 Optel-mode
Een willekeurig aantal van afzonderlijke wegingen wordt automatisch naar een
totaalaantal opgeteld, bij voorbeeld bij alle afzonderlijke wegingen van een charge of
bij veel metingen van een heel kleine proef. Nadat de stilstandcontrole () is
uitgevoerd, wordt het gemeten gewicht automatisch naar de aangesloten sprinter
doorgegeven. De aangewezen waarde wordt in het totaalaantal-geheugen
opgeslagen. Vervolgens wordt automatisch tarreren uitgevoerd. Dit proces gebeurt
herhaaldelijk bij elke proef die op het weegplatform wordt neergelegd. Nadat de
laatste weging is uitgevoerd wordt door de bediening van de [ON/OFF] toets het
totaal aantal opgevraagd ("TOTAL=").
Opgelet:
Deze mode kan met elke willekeurige eenheid worden gebruikt.
De balansbelasting moet binnen ± 5 x nulbereik liggen.
Het gewicht van de proef ³ 10 x nulbereik (nulbereik = 0,25 e)
Wanneer
nauwkeurigheidswaarde van de aflezing middels de [1d/10d] toets wordt
uitgeschakeld, baseert de berekening op de eerder aangewezen
getalwaarde.
Functie activeren:
(Voorbeeld)
58
De keuze met de [TARE] toets bevestigen.
Om te beëindigen, de [ON/OFF] toets indrukken.
ON/OFF toets kort indrukken:
terug naar vorig menu.
ON/OFF toets lang indrukken:
terug naar de weeg-mode. Wanneer de Auto-Print functie actief
is, verschijnt het [AP] symbool op de display.
in
een
balans
[CAL] toets zolang herhaald indrukken, totdat „FUnC.SEL" is
verschenen.
[TARE] toets indrukken.
[CAL] toets zolang herhaald indrukken, totdat de actuele
instelling „Addon:**" is verschenen.
[TARE] toets indrukken.
Met de -toets [CAL] kan één van de twee instellingen worden
gekozen:
van
meerdere
ABT-NM-BA-nl-1622
bereiken
de
kleinste