[UNIT] toets zolang herhaald indrukken totdat de balans naar de
mode van dichtheidsbepaling ",d" van vloeistoffen is
overgeschakeld. Tijdens de meting van het gewicht in de lucht
verschijnt ook de "g".
[TARE ] toets indrukken. Plaats de zinkkuip op het weegplatform.
Nadat de stilstandcontrole is uitgevoerd de [CAL] toets indrukken.
De zinkkuip indoken zonder bubbels in de vloeistof te laten
ontstaan. Op de display verschijnt de dichtheidswaarde van een
proefvloeistof. Bij leeg weegplatform wordt "dSP oL" aangewezen,
wat volledig normaal is.
14.4 Automatisch printen (Auto Print)
De functie van automatisch printen maakt het automatische uitprinten van gegevens
middels de RS-232C interface mogelijk zonder te [PRINT] toets na elke metingen te
hoeven te bedienen. Het printen gebeurt nadat de stilstandcontrole is uitgevoerd ( ).
De volgende meting kan worden gestart nadat de voorwerpen uit het weegplatform
zijn afgenomen, wanneer de aanwijzing naar de waarde binnen + 3 x van het
nulbereik is teruggekeerd.
Opgelet:
Deze mode kan met elke willekeurige eenheid worden gebruikt.
De balansbelasting moet binnen ± 5 x nulbereik liggen.
Het gewicht van de proef ³ 10 x nulbereik (nulbereik = 0,25 e)
[CAL] toets zolang herhaald indrukken totdat „FUnC.SEL" is
verschenen.
[TARE] toets indrukken.
[CAL] toets zolang herhaald indrukken totdat de actuele
instelling „AtPrt:**" is verschenen.
(Voorbeeld)
[TARE] toets indrukken.
Met de -toets [CAL] kan één van de twee instellingen worden
gekozen:
" AtPrt-on "
" AtPrt-oF "
De actuele instelling wordt met het stilstand-symbool ()
aangegeven.
ABT-NM-BA-nl-1622
functie actief
functie niet actief
57