Hoofdcode
Storing in communicatie gecentraliseerde besturing -
binnenunit
Storing automatische adressering (inconsistentie)
Storing automatische adressering (inconsistentie)
20.2
Symptomen die geen storingen
van het systeem zijn
De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem:
20.2.1
Symptoom: Het systeem werkt niet
▪ De airconditioner start niet meteen nadat u op de AAN/UIT-knop
van de gebruikersinterface drukt. Als het bedrijfslampje brandt, is
toestand van het systeem normaal. Om overbelasting van de
compressormotor te voorkomen, start de airconditioner pas 5
minuten nadat hij werd uitgeschakeld. Deze vertraging wordt ook
toegepast na gebruik van de keuzeknop voor de bedrijfsstand.
▪ Als "Onder gecentraliseerde besturing" op de gebruikersinterface
staat, knippert het display enkele seconden wanneer u op de
werkingstoets drukt. Het knipperende display betekent dat de
gebruikersinterface niet kan worden gebruikt.
▪ Het systeem start niet meteen nadat de voeding is ingeschakeld.
Wacht één minuut tot de microcomputer bedrijfsklaar is.
20.2.2
Symptoom: Koelen/verwarmen kan niet
worden omgeschakeld
▪
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing) op het
display betekent dat dit een slave-gebruikersinterface is.
▪ Wanneer
de
keuzeschakelaar
afstandsbediening is geïnstalleerd en op het display
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing) staat, betekent
dit dat omschakelen koelen/verwarmen wordt geregeld door de
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de afstandsbediening.
Vraag uw dealer waar de afstandsbedieningsschakelaar is
geïnstalleerd.
20.2.3
Symptoom: Ventileren is mogelijk, maar
koelen en verwarmen werken niet
Onmiddellijk na het inschakelen. De microcomputer is nog aan het
opstarten en voert een communicatiecontrole uit met alle
binnenunits. Wacht 12 minuten (maximum) tot de microcomputer
klaar is.
20.2.4
Symptoom: De ventilatorsnelheid stemt
niet overeen met de instelling
De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer u op de instelknop voor
de ventilatorsnelheid drukt. Wanneer de kamertemperatuur bij het
verwarmen
de
ingestelde
compressorunit stil en gaat de ventilator van de binnenunit over naar
fluistersnelheid. Dit voorkomt dat koude lucht rechtstreeks op de
personen in de kamer wordt geblazen. De ventilatorsnelheid
verandert niet wanneer u op de knop drukt, zelfs niet wanneer een
andere binnenunit verwarmt.
20.2.5
Symptoom: De luchtstroomrichting stemt
niet overeen met de instelling
De luchtstroomrichting stemt niet overeen met het display van de
gebruikersinterface. De luchtstroomrichting zwenkt niet. Dit komt
doordat de unit door de microcomputer wordt bestuurd.
RKXYQ5T8+8T7Y1B + RDXYQ5T8+8T7V1B
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
4P499898-1 – 2017.09
Inhoud
koelen/verwarmen
op
temperatuur
bereikt,
valt
20 Opsporen en verhelpen van storingen
20.2.6
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook
(binnenunit)
▪ Wanneer het vochtgehalte bij het koelen hoog is. Als de
binnenkant van een binnenunit extreem vuil is, zal de
temperatuurverdeling in de kamer ongelijk zijn. Daarom is het
nodig om de binnenkant van de binnenunit schoon te maken.
Vraag aan uw dealer meer informatie over het schoonmaken van
de unit. Dit is het werk van een erkend servicetechnicus.
▪ Meteen na het beëindigen van het koelen en bij lage
kamertemperatuur en laag vochtgehalte. Warm koelgas stroomt
terug in de binnenunit en produceert stoom.
20.2.7
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook
(binnenunit, warmtewisselaarunit)
Wanneer het systeem na het ontdooien wordt omgeschakeld op
verwarmen. Het vocht van het ontdooien wordt omgezet in stoom en
wordt uitgeblazen.
20.2.8
Symptoom: Op het display van de
gebruikersinterface staat "U4" of "U5", de
unit stopt, en start weer na enkele
minuten
De gebruikersinterface wordt gestoord door interferentie van andere
elektrische toestellen. Dit maakt communicatie tussen de units
onmogelijk, en ze worden stilgelegd. De werking wordt automatisch
hervat zodra de interferentie ophoudt.
20.2.9
Symptoom: De airconditioners maken
lawaai (binnenunit, warmtewisselaarunit)
▪ Een zoevend geluid is hoorbaar onmiddellijk na het inschakelen
de
van de voeding. De elektronische expansieklep in een binnenunit
begint te werken en produceert het geluid. Dit zal na ongeveer
één minuut echter afnemen.
▪ Er is een constant "shah" geluid hoorbaar wanneer het systeem
koelt of stilstaat. Dit geluid wordt geproduceerd wanneer de
afvoerpomp (optioneel accessoire) werkt.
▪ Er is een "pishi-pishi" knarsend geluid hoorbaar wanneer het
systeem stopt na het verwarmen. Dit geluid wordt geproduceerd
door het uitzetten of krimpen van plastic onderdelen door het
temperatuurverschil.
▪ Er is een laag "sah", "choro-choro" geluid hoorbaar wanneer de
binnenunit stilstaat. Dit geluid is hoorbaar wanneer een andere
binnenunit werkt. Om te voorkomen dat er olie en koelmiddel in
het systeem blijft, wordt een kleine hoeveelheid koelmiddel in de
kring rondgestuurd.
20.2.10 Symptoom: De airconditioners maken
lawaai (binnenunit, compressorunit,
warmtewisselaarunit)
de
▪ Een constant laag sissend geluid is hoorbaar wanneer het
systeem koelt of ontdooit. Dit is het geluid van het koelmiddelgas
dat door de compressorunit, de warmtewisselaarunit en de
binnenunits stroomt.
▪ Een sissend geluid is hoorbaar bij het starten of meteen na het
stoppen van de werking of het ontdooien. Dit wordt veroorzaakt
door het stoppen of wijzigen van de koelmiddelstroom.
20.2.11 Symptoom: De airconditioners maken
lawaai (compressorunit,
warmtewisselaarunit)
De hoogte van het bedrijfsgeluid verandert. Dit geluid wordt
veroorzaakt door de verandering van frequentie van de compressor
of de ventilatoren.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
63