Hoofdcode
▪ De afsluiters van de compressorunit worden dicht gelaten.
▪ Onvoldoende koelmiddel
Te veel koelmiddel
Storing omgevingstemperatuursensor
Warmtewisselaarunit: (R1T) - A1P (X16A)
Storing sensor perstemperatuur: open keten / kortsluiting
Compressorunit: (R2T) - A1P (X12A)
Storing gassensor warmtewisselaar
Warmtewisselaarunit: (R2T) - A1P (X18A)
Storing aanzuigtemperatuursensor
Compressorunit: (R3T) - A1P (X12A)
Compressorunit: (R5T) - A1P (X12A)
Storing sensor pijpenbundeltemperatuur
Warmtewisselaarunit: (R3T) - A1P (X17A)
Storing sensor vloeistoftemperatuur (na onderkoeling HE)
Compressorunit: (R7T) - A1P (X13A)
Storing sensor gastemperatuur (na onderkoeling HE)
Compressorunit: (R4T) - A1P (X12A)
Storing hogedruksensor: open keten / kortsluiting
Compressorunit: (BIPH) - A1P (X17A)
Storing lagedruksensor: open keten / kortsluiting
Compressorunit: (BIPL) - A1P (X18A)
Transmissie compressorunit - inverter: Probleem INV1-
transmissie
INV1 asymmetrische voedingsspanning
Storing instelling capaciteit warmtewisselaarunit.
Onvoldoende voedingsspanning
Storingscode: Systeem nog niet proefgedraaid
(systeemwerking niet mogelijk)
▪ De compressorunit krijgt geen stroom.
▪ Storing transmissiebedrading
▪ Verkeerde combinatie in systeem. Verkeerde combinatie
types binnenunit (R410A, R407C, RA, enz.). Storing
binnenunit
▪ Storing warmtewisselaarunit
▪ Verkeerd type binnenunit aangesloten.
▪ Verkeerde
warmtewisselaarunit.
▪ De afsluiters van de compressorunit worden dicht gelaten.
▪ De
leiding
binnenunit
aangesloten op de compressorunit.
RKXYQ5T8+8T7Y1B + RDXYQ5T8+8T7V1B
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
4P499898-1 – 2017.09
Oorzaak
combinatie
compressorunit
en
bedrading
van
de
gespecificeerde
of
warmtewisselaarunit
zijn
11 Opsporen en verhelpen van storingen
▪ Open de afsluiter aan zowel de gas- als de vloeistofzijde.
▪ Controleer of het bijvullen van extra koelmiddel goed werd
beëindigd.
Herbereken
koelmiddel op basis van de leidinglengte en voeg de
nodige hoeveelheid koelmiddel toe.
Herbereken de vereiste hoeveelheid koelmiddel op basis
van de leidinglengte en het juiste vulniveau van het
koelmiddel door een eventueel teveel aan koelmiddel te
verwijderen met een apparaat voor het aftappen van
koelmiddel.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting.
Controleer of voeding binnen bereik is.
Controleer het type van de warmtewisselaarunit. Vervang
indien nodig de warmtewisselaarunit.
Controleer of de voedingsspanning in orde is.
Laat systeem proefdraaien.
▪ Controleer of alle units ingeschakeld zijn.
▪ Controleer de transmissiebedrading.
▪ Controleer of storing zich voordoet bij andere binnenunits
en of combinatie van binnenunits is toegestaan.
▪ Controleer
de
warmtewisselaarunit.
▪ Controleer het type van de binnenunits die nu zijn
aangesloten. Als dit niet juist is, vervang ze dan.
en
▪ Controleer
of
warmtewisselaarunit compatibel zijn.
▪ Open de afsluiter aan zowel de gas- als de vloeistofzijde.
▪ Controleer
of
de
niet
juist
gespecificeerde binnenunit of warmtewisselaarunit juist
zijn aangesloten op de compressorunit.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Oplossing
de
vereiste
hoeveelheid
transmissiebedrading
naar
de
compressorunit
en
leiding
en
bedrading
van
de
de
de
49