Instelling
[2‑32]
Gedwongen, permanenten, stroomverbruikbegrenzing
(geen externe besturingsadapter vereist voor
stroomverbruikbegrenzing).
Deze instelling activeert en bepaalt het niveau van de
stroomverbruikbegrenzing die permanent wordt
toegepast als het systeem altijd met
stroomverbruikbegrenzing moet draaien. Zie de tabel
voor de niveaus.
[2‑81] (in het geval van 8 HP)
(= binair [2‑41]) (in het geval
van 5 HP)
Instelling koelcomfort.
Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met
instelling [2‑8].
[2‑82] (in het geval van 8 HP)
(= binair [2‑42]) (in het geval
van 5 HP)
Instelling verwarmcomfort.
Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met
instelling [2‑9].
7.2.9
PC-configurator aansluiten op de
compressorunit
5 HP
a
b
X41A
2
3
A1P
a
Pc
b
Kabel (EKPCCAB)
X27A
Connector
X41A
Connector
A1P
Hoofdprintplaat compressorunit
7.3
Energie besparen en optimale
werking
Dit warmtepompsysteem is voorzien van een geavanceerde
energiespaarfunctie. U kunt voorrang geven aan een laag
energieverbruik of aan het comfortniveau. Verschillende parameters
kunnen worden ingesteld, met als resultaat de optimale balans
tussen energieverbruik en comfort voor een specifieke toepassing.
RKXYQ5T8+8T7Y1B + RDXYQ5T8+8T7V1B
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
4P499898-1 – 2017.09
(8 HP)
0
(standaard
)
1
2
0
1
(standaard
)
2
3
0
1
(standaard
)
2
3
8 HP
a
b
X27A
4
5
A1P
Waarde
(5 HP)
(= binair 1) (standaard)
(= binair 2)
(= binair 4)
(standaard)
(standaard)
Zie hierna voor een beschrijving van de mogelijke patronen. Wijzig
de parameters volgens de behoeften van uw gebouw en voor de
optimale balans tussen energieverbruik en comfort.
Ongeacht de geselecteerde regeling, blijven variaties op het gedrag
van het systeem mogelijk door beschermingsregelingen om de unit
stabiel te laten draaien. De streefwaarde ligt echter vast en wordt
gebruikt om een optimaal evenwicht tussen energieverbruik en
comfort te bereiken, afhankelijk van het type van de toepassing.
7.3.1
Mogelijke hoofdgebruiksmethoden
Basis
De koelmiddeltemperatuur wordt vastgelegd onafhankelijk van de
situatie. Dit komt overeen met de bekende standaardwerking van
vorige VRV-systemen.
Om dit te activeren in...
Koelen
Verwarmen
Automatisch
De koelmiddeltemperatuur wordt ingesteld afhankelijk van de
buitentemperatuur. De koelmiddeltemperatuur wordt zo aangepast
aan de vereiste belasting (die ook overeenstemt met de
buitentemperatuur).
Wanneer uw systeem bijvoorbeeld in de koelstand staat, dan moet
bij een lage buitentemperatuur (bijv. 25°C) minder worden gekoeld
dan bij een hoge buitentemperatuur (bijv. 35°C). Op basis hiervan
begint het systeem automatisch de koelmiddeltemperatuur te
verhogen, de geleverde capaciteit te verlagen en de efficiëntie van
het systeem te verhogen.
Wanneer uw systeem bijvoorbeeld in de verwarmstand staat, dan
moet bij een hoge buitentemperatuur (bijv. 15°C) minder worden
verwarmd dan bij een lage buitentemperatuur (bijv. –5°C). Volgens
dit
systeem
begint
koelmiddeltemperatuur te verlagen, de geleverde capaciteit te
verlagen en de efficiëntie van het systeem te verhogen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7 Configuratie
Beschrijving
Functie niet actief.
Volgens instelling [2‑30].
Volgens instelling [2‑31].
Eco
Gematigd
Snel
Krachtig
Eco
Gematigd
Snel
Krachtig
Verander...
[2‑8]=2
[2‑9]=6
het
systeem
automatisch
de
41