16.3.6 Koelmiddelleidingen isoleren
16.4 Koelmiddel bijvullen
16.4.1 Over koelmiddel bijvullen
RKXYQ5T8+8T7Y1B + RDXYQ5T8+8T7V1B
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
4P499898-1B – 2021.12
4 Afhankelijk van of u meteen koelmiddel wil vullen via de koelmiddelvulpoort
of eerst een deel koelmiddel vooraf wil vullen via de vloeistofleiding, opent u
de afsluiters van de compressorunit of laat u ze dicht. Zie
4
vullen" [
87] voor meer informatie.
INFORMATIE
Na het openen van de afsluiter is het mogelijk dat de druk in de koelmiddelleidingen
NIET toeneemt. De reden hiervan kan bijv. zijn dat de expansieklep in het circuit van
de compressorunit gesloten is, maar dit vormt GEEN enkel probleem voor de goede
werking van de unit.
Na de lektest en het vacuümdrogen moeten de leidingen worden geïsoleerd. Houd
hierbij rekening met de volgende punten:
▪
Isoleer de aansluitleidingen en koelmiddelaftaksets volledig.
▪
Vergeet niet de vloeistof- en de gasleidingen te isoleren (voor alle units).
▪
Gebruik hittebestendig polyethyleenschuim dat bestand is tegen een
temperatuur van 70°C voor de vloeistofleidingen en polyethyleenschuim dat
bestand is tegen een temperatuur van 120°C voor de gasleidingen.
▪
Verstevig de isolatie op de koelmiddelleiding naar gelang de installatie-omgeving.
Omgevingstemperatuur
≤30°C
>30°C
▪
Als condens van op de afsluiter in de binnenunit of in de warmtewisselaarunit
zou kunnen terechtkomen via openingen in de isolatie en leidingen doordat de
compressorunit hoger staat dan de binnenunit of de warmtewisselaarunit, dan
moet dit worden voorkomen door de aansluitingen af te dichten. Zie de
onderstaande afbeelding.
a Isolatiemateriaal
b Afdichtingsmateriaal, enz.
De compressorunit is in de fabriek gevuld met koelmiddel, maar afhankelijk van de
lokale leidingen, moet nog extra koelmiddel worden bijgevuld.
16
Installatie van de leidingen
|
Vochtigheid
75% tot 80% RV
≥80% RV
b
a
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
"16.4.4 Koelmiddel
Minimumdikte
15 mm
20 mm
85