16
|
Installatie van de leidingen
16.3.4 Lektest uitvoeren
Op lekken controleren: Vacuümlektest
Op lekken controleren: Druklektest
16.3.5 Vacuümdrogen
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
84
De lektest moet in overeenstemming zijn met EN378‑2.
1 Vacumeer het systeem aan de vloeistof- en gasleiding gedurende meer dan 2
uur tot – 1 00,7 kPa (– 1 ,007 bar) (5 Torr absoluut).
2 Schakel de vacuümpomp uit zodra de waarde is bereikt en controleer of de
druk minstens 1 minuut niet stijgt.
3 Als de druk stijgt, dan bestaat de mogelijk dat in het systeem vocht aanwezig
is (zie vacuüm drogen onder) of dat het systeem een lekkage heeft.
1 Test op lekken met een bellentestoplossing op alle leidingverbindingen.
2 Verwijder alle stikstofgas.
3 Breek het vacuüm door het onder druk te brengen met stikstofgas tot een
minimum meterdruk van 0,2 MPa (2 bar). Stel de meterdruk nooit in op een
waarde die groter is dan de maximum bedrijfsdruk van de unit, d.w.z. 4,0 MPa
(40 bar).
OPMERKING
Gebruik ALTIJD een aanbevolen bubbeltestoplossing, die u bij uw verdeler kunt
kopen.
Gebruik NOOIT zeepwater:
▪
Zeepwater kan namelijk barsten in componenten veroorzaken, zoals in de
doppen van flaremoeren of afsluiters.
▪
Zeepwater kan zout bevatten en zout absorbeert vocht dat zal bevriezen als de
leidingen koud worden.
▪
Zeepwater bevat ammoniak dat de getrompte verbindingen aantast (tussen de
flaremoer uit messing en het getrompte koperen gedeelte).
OPMERKING
De aansluitingen op de binnenunits en op de warmtewisselaarunit, en alle
binnenunits en de warmtewisselaar zelf moeten ook worden getest op lekken en op
vacuüm. Laat ook, indien aanwezig, alle (lokaal voorzien) lokale kleppen naar de
binnenunits en de warmtewisselaarunit open.
Lektesten en vacuümdrogen moeten worden uitgevoerd voordat de voeding van de
unit wordt ingeschakeld. Zie anders
koelmiddelleidingen" [
Ga als volgt te werk om al het vocht uit het systeem te verwijderen:
1 Vacumeer het systeem minstens 2 uur tot een streefwaarde van – 1 00,7 kPa
(– 1 ,007 bar) (5 Torr absoluut).
2 Controleer of de streefwaarde van het vacuüm minstens 1 uur behouden blijft
nadat de vacuümpomp is uitgeschakeld.
3 Als de streefwaarde niet binnen de 2 uur wordt bereikt of niet 1 uur
behouden blijft, bevat het systeem mogelijk te veel vocht. Breek in dat geval
het vacuüm met stikstofgas tot een meterdruk van 0,05 MPa (0,5 bar) en
herhaal stap 1 tot 3 tot alle vocht verwijderd is.
"16.3.1 Over het controleren van de
4
81] voor meer informatie.
RKXYQ5T8+8T7Y1B + RDXYQ5T8+8T7V1B
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
4P499898-1B – 2021.12