15.3 Compressorunit monteren
15.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij de montage van de compressorunit
15.3.2 Richtlijnen bij de installatie van de compressorunit
RKXYQ5T8+8T7Y1B + RDXYQ5T8+8T7V1B
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
4P499898-1B – 2021.12
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken:
▪
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid
▪
Voorbereiding
Controleer de stevigheid en het vlak zijn van de grond waarop de unit geïnstalleerd
zal worden, zodat deze niet gaat trillen of lawaai maken wanneer ze in bedrijf is.
Als de trillingen mogelijk op het gebouw worden overgedragen, moet u een
trilbestendig rubber gebruiken (lokaal te voorzien).
De compressorunit kan rechtstreeks op de vloer of op een structuur worden
geïnstalleerd.
▪
Op de vloer. De unit moet NIET worden bevestigd met ankerbouten.
▪
Op een structuur. Bevestig de unit stevig met ankerbouten, moeren en vulringen
(lokaal te voorzien) aan de structuur. De fundering (stalen balkframe of beton)
moet groter zijn dan het in het grijs aangegeven deel.
≥800 (8 HP)
≥640 (5 HP)
600 (8 HP)
a
426 (5 HP)
Minimumfundering
a Ankerpunt (4×)
INFORMATIE
De aanbevolen hoogte van het bovenste uitstekend deel van de bouten bedraagt
20 mm.
15
Installatie van de unit
|
(mm)
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
67