4. Ingebruikneming – Koppeling opsteken
Door deze montage bestaat de verbinding voor aandrijflucht, chiplucht, water, retourlucht en stroom.
Steek de koppeling op de turbineslang.
Schuif de sleutel tot aan de aanslag op de koppeling.
Houd de sleutel en koppeling goed vast.
Draai de wartelmoer op de koppeling om de dichtheid
te waarborgen.
12