Veiligheidsinstructies
Extra componenten, reserveonderdelen en slij-
tende onderdelen
!
Opgelet
Reserveonderdelen en slijtende onderdelen die
niet samen met de verwarmingsinstallatie wer-
den gekeurd, kunnen de werking van de installa-
tie nadelig beïnvloeden. De inbouw van niet toe-
gelaten componenten alsook niet goedgekeurde
wijzigingen kunnen de veiligheid in gevaar bren-
gen en de garantie beperken.
Bij de vervanging uitsluitend originele onderde-
len van Viessmann of door Viessmann goedge-
keurde reserveonderdelen gebruiken.
Veiligheidsinstructies voor de werking van de installatie
Wat te doen bij een gasgeur
Gevaar
Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken
met zeer ernstige verwondingen als gevolg.
■
Niet roken! Open vuur en vonkvorming voor-
komen. Nooit schakelaars van verlichting en
elektrische toestellen bedienen.
■
Gasafsluitkraan sluiten.
■
Ramen en deuren openzetten.
■
Personen uit de gevarenzone verwijderen.
Gas- en elektriciteitsbedrijf van buiten het
■
gebouw informeren.
De stroomvoorziening van het gebouw vanaf
■
een veilige plaats (buiten het gebouw) laten
onderbreken.
Wat te doen bij een rookgasgeur
Gevaar
Rookgassen kunnen levensgevaarlijke vergifti-
gingen veroorzaken.
Verwarmingsinstallatie buiten bedrijf stellen.
■
Plaats van installatie ventileren.
■
Deuren naar woonruimtes sluiten om een ver-
■
spreiding van de rookgassen te vermijden.
Wat doen als er water uit het toestel treedt
Gevaar
Als er water uit het toestel treedt, bestaat het
gevaar van een stroomslag.
Verwarmingsinstallatie aan de externe installatie
uitschakelen (bijv. zekeringkast, huisstroomver-
deling).
Gevaar
Als er water uit het toestel treedt, bestaat het
gevaar op brandwonden.
Heet verwarmingswater niet aanraken.
(vervolg)
Condenswater
Gevaar
Het contact met condenswater kan schadelijk
zijn voor de gezondheid.
Condenswater niet met huid en ogen in contact
brengen en niet inslikken.
Rookgasinstallaties en verbrandingslucht
Verzeker dat rookgasinstallaties vrij zijn en niet afge-
sloten kunnen worden, bv. door condenswateropstape-
lingen of externe invloeden.
Continue condensaatverwijdering via windbescher-
mingsinrichting vermijden.
Voldoende toevoer met verbrandingslucht verzekeren.
Installatie-exploitant inlichten dat wijzigingen achteraf
aan de bouwmodules niet toegestaan zijn (bijv. ver-
plaatsing van de kabel, bekledingen of scheidingswan-
den).
Gevaar
Lekke of verstopte rookgasinstallaties of ontoe-
reikende toevoer van de verbrandingslucht ver-
oorzaken levensbedreigende vergiftingen door
koolmonoxide in het rookgassysteem.
Reglementaire functie van de rookgasinstallatie
verzekeren. Openingen voor verbrandingslucht-
toevoer mogen niet afsluitbaar zijn.
Afzuigtoestellen
Bij werking van toestellen met afvoer naar de buiten-
lucht (afzuigkap, afzuigtoestel, airconditionings) kan
door de afzuiging een onderdruk ontstaan. Bij gelijktij-
dige werking van de CV-ketel kan het tot terugstroming
van rookgassen komen.
Veiligheidsaanwijzingen
3