4.5 Programma starten of stoppen
4.6 Handmatige bediening
4.6.1 Momentane monsters nemen
Gebruik de toets
RUN/HALT PROGRAM
uitvoeren/stoppen) om een programma te starten of te stoppen.
Procedure:
1. Druk op
RUN/HALT PROGRAM
om een monsternameprogramma uit te voeren, te
onderbreken, te hervatten of te stoppen.
2. Selecteer een van de beschikbare opties:
•
Start: start het huidige geladen programma. De status
wordt gewijzigd in Running (Wordt uitgevoerd).
•
Halt (Onderbreken): onderbreekt het programma tijdelijk.
De status wordt gewijzigd in Halted (Onderbroken).
•
Resume (Hervatten): indien onderbroken, wordt het
programma hervat vanaf het punt waar het werd
onderbroken. De status wordt gewijzigd in Running (Wordt
uitgevoerd).
•
Start over (Opnieuw starten): indien onderbroken, wordt
het programma gestart vanaf het begin. De status wordt
gewijzigd in Running (Wordt uitgevoerd).
•
End program (Programma beëindigen): beëindigt het
huidige uitgevoerde programma. De status wordt gewijzigd
in Complete (Voltooid).
Opmerking: Een programma moet worden gestopt voordat de menu's met
programma-instellingen en met systeeminstellingen kunnen worden
gewijzigd.
Gebruik de handmatige bediening om een momentaan monster te
nemen, de verdelerarm te verplaatsen of de pomp te bedienen.
Momentane monsters kunnen worden genomen om het
monstervolume te controleren of om monsters te nemen zonder
een monsternameprogramma uit te voeren.
Procedure:
1. Druk op de toets
MANUAL OPERATION
bediening).
2. Selecteer
GRAB SAMPLE
3. Plaats de inlaatslang in het monsterwater. Verwijder de
pompslang van de fitting op de sampler en plaats de slang in
een monsterbak.
4. Geef het volume op dat moet worden verzameld en druk op
.
ENTER
Opmerking: Het volume van momentane monsters kan alleen worden
gewijzigd als de vloeistofsensor is ingeschakeld. Als de
vloeistofsensor is uitgeschakeld, zal het volume van momentane
Sampler bedienen
(Programma
(Programma uitvoeren/stoppen)
(Handmatige
(Momentaan monster).
46