Inhoudsopgave Paragraaf 1 Specificaties ........................5 1.1 Afmetingen van de gekoelde sampler..................10 1.2 Afmetingen van weersbestendige gekoelde sampler ..............11 1.3 Configuraties van flessen en houders..................12 Paragraaf 2 Algemene informatie ....................15 2.1 Veiligheidsinformatie........................15 2.1.1 Gebruik van gevareninformatie..................15 2.1.2 Waarschuwingslabels .......................
Pagina 4
Inhoudsopgave 4.4.6.1 Opgeslagen programma laden .................56 4.5 Programma starten of stoppen....................57 4.6 Handmatige bediening .......................57 4.6.1 Momentane monsters nemen....................57 4.6.2 De verdelerarm bewegen ....................58 4.6.3 Pomp starten of stoppen ....................58 4.7 Gegevens weergeven ........................58 4.7.1 Het scherm Status ......................59 4.7.2 Status voor het hoofdprogramma ..................59 4.7.2.1 Gereed om te beginnen....................59 4.7.2.2 In uitvoering/onderbroken..................59 4.7.2.3 Voltooid........................60...
Pagina 5
Inhoudsopgave 6.3.2 Pompslang vervangen ...................... 86 6.3.3 Rotor verwijderen en reinigen ................... 89 6.4 Slang van de verdelerarm vervangen ..................91 6.5 Droogmiddel vervangen......................92 6.6 Thermische sensor kalibreren (alleen bij weersbestendige gekoelde sampler) ......93 6.6.1 Thermische sensor verifiëren.................... 93 6.6.2 Thermische sensor kalibreren...................
Paragraaf 1 Specificaties Specificaties zijn onderhevig aan wijzingen zonder voorafgaande mededeling. Gekoelde sampler Hoogte: 112 cm (44 inch) Breedte: 61 cm (24 inch) Afmetingen (zie Afbeelding 1 op pagina Diepte: 61 cm (24 inch) Gewicht: 63,3 kg (140 lb) Vereiste spanning voor koeling 115 VAC, 60 Hz, 3,3 A (aanloopstroom 18 A) (inclusief 1/6 pk-compressor) 230 VAC, 50 Hz, 1,7 A (aanloopstroom 9 A)
Pagina 8
Specificaties • Standaard: 0 tot 50 °C (32 tot 122 °F) • Met wisselspanning backup-batterij: 0 ºC tot 40 ºC (32 ºF tot 104 ºF) • Met optioneel verwarmingselement in controllercompartiment: -40 tot 50 °C Bedrijfsomgeving (-40 tot 122 °F) •...
Pagina 9
Specificaties SD900-controller 20.000 monsternamecycli onder de volgende omstandigheden: • Monstervolume 1 l • 1 spoeling Levensduur pompslang • 6 minuten interval tussen monsternames • 16 ft inch inlaatslang • 15 ft verticale opvoerhoogte • 70 °F monstertemperatuur Slangvervangingsduur < 1 minuut bij gebruik van pompslang op maat Maximale verticale opvoerhoogte voor Maximaal 28 ft bij gebruik van een 29-ft -inch vinyl inlaatslang op zeeniveau bij...
Pagina 10
Specificaties SD900-controller Mogelijkheid van opslag van maximaal 510 invoeren in logboek van monstergeschiedenis. Registratie van Inschakeling, Stroomstoring, Firmware geüpdatet, Pompstoring, Fout van verdelerarm, Geheugenbatterij zwak, Gebeurtenissenlogboek Hoofdbatterij zwak, Gebruiker aan, Gebruiker uit, Programma gestart, Programma hervat, Programma gestopt, Programma voltooid, Momentaan monster, Slangvervanging nodig, SDI-12 communicatiefouten, Hoge instelwaarde Aan/Uit, en Lage instelwaarde Aan/Uit.
Pagina 11
Specificaties Programmeringskenmerken Spanning naar Sigma 9XX, SD900, stromingspulsinvoer, externe blokkering, Extra connector speciale uitgang, uitgang aantal flessen en uitgang voor programma voltooid. Twee modi: 1) 1–9999 stromingspulsen (in stappen van één eenheid); Programmavertraging 2) Programmeerbare starttijd/-datum Tijdgeregelde flessensets Hiermee kan één enkele sampler werken als meerdere samplers. Communicatie Mogelijkheid om in het veld updates uit te voeren met behulp van Sample Firmware-updates...
Paragraaf 2 Algemene informatie 2.1 Veiligheidsinformatie Lees deze handleiding volledig vooraleer dit instrument uit te pakken, op te stellen of te gebruiken. Let op alle gevaren- en veiligheidsinstructies. Wanneer u dit niet doet, kan dit leiden tot ernstig letsel of schade aan het instrument. Zorg ervoor dat de veiligheid van dit apparaat niet teniet wordt gedaan.
2.1.3 Voorzorgsmaatregelen voor besloten ruimten Belangrijke opmerking: De volgende informatie is bedoeld om gebruikers van Sigma SD900 gekoelde samplers en Sigma SD900 weersbestendige gekoelde samplers te wijzen op de gevaren en risico's die gepaard gaan met het betreden van besloten ruimten.
Algemene informatie • Een atmosfeer met minder dan 19,5% of meer dan 23,5% zuurstof en/of meer dan 10 ppm zwavelwaterstof (H • Een mogelijk ontvlambare of explosieve atmosfeer door de aanwezigheid van gassen, dampen, nevels, stof of vezels. • De aanwezigheid van giftige stoffen, die bij contact of inademing kunnen leiden tot letsel, gezondheidsbeperkingen of de dood.
Algemene informatie 4. Verplaats de ontvangstantenne voor het apparaat dat de storing ontvangt. 5. Probeer verschillende combinaties van de hierbovengenoemde suggesties. 2.2 Overzicht sampler GEVAAR Explosiegevaar. De gekoelde sampler en weersbestendige gekoelde sampler zijn niet gecertificeerd noch geschikt voor gebruik op locaties die als gevaarlijk zijn geclassificeerd. GEVAAR Potentieel explosie-, brand- en chemisch gevaar.
Algemene informatie hogedruk-polyethyleen en is weerbestendig en bestand tegen UV-straling. De onderdelen van de koeling zijn voorzien van een polymeercoating en daardoor uitstekend bestand tegen corrosie. Doordat de compressor en de condensor zich boven het koelcompartiment bevinden, wordt de warmte van het compartiment vandaan afgevoerd.
Algemene informatie Afbeelding 5 Vergrendelingsmechanisme voor deksel van weersbestendige gekoelde sampler Aanslagplaat op deksel Vergrendelingshendel Controllerdeksel Vergrendeling 2.2.1.2 In de fabriek geïnstalleerde optionele verwarming voor het controllercompartiment (alleen weersbestendige gekoelde sampler) Waarschuwing: brandgevaar. Weersbestendige gekoelde samplers die zijn uitgevoerd met kastverwarming kunnen ontvlambare stoffen en reinigingsoplosmiddelen doen ontbranden.
Algemene informatie • De pompslangen behouden hun flexibiliteit, waardoor de levensduur van de slangen, de pomprollen, de motor en de tandwielkast wordt verlengd • Voorkomt de aanhechting van ijs en sneeuw op het deksel • Zorgt ervoor dat het LCD-scherm in werking blijft en beschermt de elektronica tegen extreme temperatuurverschillen De optionele compartimentverwarming wordt in de fabriek geïnstalleerd en moet bij het bestellen apart worden aangevraagd.
Paragraaf 3 Installatie 3.1 Sampler uitpakken LET OP: gevaar bij hijsen (86 kg) (190 lbs). De gekoelde en weersbestendige samplers wegen meer dan 86 kg (190 lbs). Probeer niet de samplers uit te pakken, te transporteren of te verplaatsen als er niet voldoende werktuigen en personen beschikbaar zijn om dit veilig te kunnen doen.
Pagina 26
Installatie Afbeelding 7 Sampler met meerdere flessen Optionele kap (art. nr. 8963) Zeef Controller Gekoelde sampler Verdeler 10 Voedingsbron Houder 11 Voedingsbehuizing Monsterflessen 12 Weersbestendige gekoelde sampler Flessenrek (art. nr. 1511) 13 Uitneembare bak Inlaatslang, met vinyl- of teflonbekleding aan de binnenzijde Glazen flessen vereisen een andere zeef (art.
Installatie 3.2 Installatierichtlijnen VOORZICHTIG Potentieel elektrisch en chemisch gevaar. Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van de handleiding beschreven taken uitvoeren. WAARSCHUWING Explosiegevaar. Dit product is niet geschikt voor gebruik in gevaarlijke omgevingen waar een brandbare atmosfeer aanwezig kan zijn. WAARSCHUWING Brandgevaar.
Pagina 28
Installatie • Stel de sampler met behulp van de stelvoeten waterpas. Draai de stelvoeten rechtsom om de sampler hoger af te stellen. De binnenvloer van de samplerkast staat schuin om vloeistoffen gemakkelijk te laten weglopen. Een aansluiting van ½ inch met 14 NPT-binnendraad is aanwezig op de bodem van de behuizing om vloeistoffen af te voeren naar een afvoerpunt of een bepaald gebied op enige afstand van de samplerkast.
Installatie Afbeelding 9 Plaats van de verankeringsbeugels van de weersbestendige gekoelde sampler en montagematen Verankeringsbeugels (2x) Optionele verankeringsbeugels 3.3 Sampler voorbereiden VOORZICHTIG Gevaar van biologische monsters. Houd u aan veilige werkprotocollen bij contact met monsterflessen en onderdelen van de sampler. Koppel de sampler af van de voedingsbron om de pomp buiten werking te stellen alvorens de sampler te hanteren.
Installatie nog eens met gedestilleerd water. Glazen flessen kunnen ook in een autoclaaf worden gereinigd. 3.3.2 Eén fles installeren Gebruik een enkele fles wanneer een samengesteld monster benodigd is. Een uitschakelaar voor volle flessen waarschuwt de controller wanneer deze moet stoppen met het nemen van het monster.
Installatie Afbeelding 10 Uitschakelaar voor volle flessen installeren Gekoelde sampler Uitschakelaar voor volle flessen Slangfitting aan binnenzijde Draadgat Opsluitpen Draaiklem Slangsteun (gekoelde sampler) 10 Weersbestendige gekoelde sampler Kartelschroef 11 Slangsteun (weersbestendige gekoelde sampler) Sleuven 3.3.3 Meerdere flessen installeren Gebruik meerdere flessen voor het opvangen van monsters in afzonderlijke flessen of in meer dan één fles.
Installatie 3.3.3.1 Twee of vier flessen installeren Gebruik 2 of 4 flessen om monsters op te vangen in flessen van 10 liter (2,5 gallon). De positienummers van de flessen zijn integraal in de uitneembare bak gegoten. Voorwaarden: • Twee of vier kunststof of glazen flessen van 10 liter (2,5 gallon) •...
Installatie Afbeelding 12 Twee en vier flessen in de weersbestendige gekoelde sampler installeren Uitneembare bak (weersbestendige gekoelde sampler) Uitneembare bak (art. nr. 5697600) Kunststof of glazen flessen van 10 liter (2,5 gal) (2x) Kunststof of glazen flessen van 10 liter (2,5 gal) (4x) 3.3.3.2 Acht flessen installeren Gebruik 8 flessen om monsters op te vangen in glazen flessen van 1,9 liter (0,5 gallon) of kunststof flessen van 2,3 liter (0,6 gallon).
Pagina 34
Installatie Afbeelding 13 Acht flessen in de gekoelde sampler installeren Bodemplaat van het koelcompartiment (gekoelde Indicatordraad voor fles nummer een sampler) Flessenrek (art. nr. 1511) Positioneersleuf voor flessenrek Polyethyleen flessen van 2,3 l (0,6 gal) of glazen flessen Voorzijde van sampler van 1,9 l (0,5 gal) (8x) Houder (art.
Installatie Afbeelding 14 Acht flessen in de weersbestendige gekoelde sampler installeren Uitneembare bak Indicatordraad voor fles nummer een Flessenrek (art. nr. 1511) Positioneersleuf voor flessenrek Polyethyleen flessen van 2,3 l (0,6 gal) of glazen flessen Voorzijde van sampler van 1,9 l (0,5 gal) (8x) Houder (art.
Pagina 36
Installatie 3. Plaats de houder boven de flessen. Opmerking: Bij gebruik van glazen flessen van 350 ml: plaats de flessen rond de buitenzijde van de houder. 4. Plaats het flessenrek in de koeling. Lijn de draden aan de onderzijde van het rek zo uit, dat ze komen te rusten in de sleuven in de bodemplaat van het koelcompartiment.
Pagina 37
Installatie Afbeelding 16 24 flessen in de weersbestendige gekoelde sampler installeren Uitneembare bak Positioneersleuf voor flessenrek Flessenrek (art. nr. 1511) Voorzijde van sampler Polyethyleen flessen van 1 l (24x) Glazen flessen van 350 ml (24x) Houder (art. nr. 1322) Houder (art. nr. 1056) Indicatordraad voor fles nummer een...
Installatie 3.3.3.4 Verdeler installeren VOORZICHTIG Gevaar van beknelling. Controleer of de sampler van de voedingsbron is afgekoppeld voordat u de verdeler uitneemt of installeert. De verdeler plaatst de monsterslang bij gebruik van meerdere monsterflessen automatisch boven iedere fles. De verdeler wordt normaal in de fabriek gemonteerd.
Installatie Afbeelding 17 Verdelereenheid installeren Gekoelde sampler Kartelschroef Samplerfitting Armaanslag Opsluitpennen Draaiklem Sleuven Weersbestendige gekoelde sampler 3.4 Inlaatslang en zeef installeren Plaats de inlaatslang en zeef direct in de bron waaruit monsters moeten worden genomen. Raadpleeg paragraaf 3.2 op pagina 25 om er zeker van te zijn dat de monsters niet verontreinigd zijn en dat zij representatief zijn voor de bron waaruit de monsters zijn genomen.
Pagina 40
Installatie Installatieprocedure: 1. Sluit een uiteinde van de slang aan op de fitting van de vloeistofsensor. Opmerking: Gebruik art. nr. 2186 (aansluitkit) voor slangen met teflonbekleding aan de binnenzijde. 2. Druk de slang in de trekontlasting (Afbeelding 18 Afbeelding 19). 3.
Installatie Afbeelding 19 Inlaatslang van de weersbestendige gekoelde sampler installeren Zeef Trekontlasting (onderdeelnummer 8756400) Inlaatslang Klem voor inlaatslang en extra kabel 3.5 Elektrische installatie Verbind de kabels met de controller zoals aangegeven in Afbeelding 20 voor de volgende onderdelen: • Voedingsbron (paragraaf 3.5.1 op pagina 3.5.1.1 op...
Pagina 42
Installatie Afbeelding 20 Zijaanzicht van controller ; connectoren Voedingsconnector SDI-12 connector Extra connector Connector voor uitschakelaar voor volle flessen van verdeler Seriële connector Thermische connector (alleen bij weersbestendige gekoelde sampler)
Installatie 3.5.1 Netvoedingsinstallatie WAARSCHUWING Gevaar van elektrische schokken. De temperatuur van de voedingseenheid zal stijgen wanneer de pomp van de sampler in bedrijf is. Als het tijdsinterval tussen de monsternamecycli te kort is, kan de voedingseenheid oververhit raken, wat leidt tot het uitvallen van de voeding of het uitvallen van de voedingsveiligheden.
Pagina 44
Installatie 2. Laten we aannemen dat de pomp gedurende 2 minuten continu loopt. De pomp moet dan gedurende minimaal 6 minuten uit blijven voordat de volgende monsternamecyclus begint. Afbeelding 21 Sampler pomp; tijd aan vs. tijd uit bij 50 °C (122 °F) Tijd (in minuten) dat de pomp uit moet blijven Tijd (in minuten) dat de pomp continu aan is Voorbeeld: als de pump 5 minuten aan is geweest, moet deze 15 minuten uit staan vóór de volgende...
Installatie 3.5.1.1 Netvoedingsinstallatie van gekoelde sampler GEVAAR Gevaar van elektrocutie. De gekoelde sampler is niet geschikt voor buitenopstelling. Daarnaast is, als de sampler op een natte of mogelijk natte locatie wordt geïnstalleerd, een aardlekschakelaar vereist voor de voedingsaansluiting van zowel de sampler als de SD900-controller. Gebruik netsnoeren voor het aansluiten van de netvoeding op de controller en de koeling.
Installatie Het netsnoer voor 115 VAC-samplers is voorzien van een NEMA 5 15P-netstekker voor standaard stopcontacten in Noord-Amerika. Het netsnoer voor 230 VAC-samplers is voorzien van een EU 1-16P-netstekker voor CEE-7/7-standaard stopcontacten in Europa. Als u contactdozen van een ander type hebt die een compatibele wisselstroom leveren, dient u contact op te nemen met een deskundige elektricien om het netsnoer te laten voorzien van een lokaal aangeschafte netstekker in overeenstemming met de...
Installatie Afbeelding 22 Splitter 3.5.3 Communicatiemogelijkheden installeren De sampler kan worden aangesloten op een pc of een Modbus-apparaat voor gegevensoverdracht of programmering. Voorwaarden: • Seriële kabel (Afbeelding 23). Zie Accessoires op pagina 108 voor bestelinformatie. Installatieprocedure: 1. Sluit een uiteinde van de kabel aan op de pc of het Modbus-apparaat.
Paragraaf 4 Sampler bedienen 4.1 Inschakelen en uitschakelen Belangrijke opmerking: De netvoeding kan oververhit raken als de samplerpomp voortdurend in gebruik is. Raadpleeg 3.5.1 Netvoedingsinstallatie op pagina 41 om de tijdinterval te bepalen die moet worden ingesteld tussen monsternamecycli, om te voorkomen dat de netvoeding wordt beschadigd en/of om brandgevaar te voorkomen.
Sampler bedienen 4.2 Overzicht controller 4.2.1 Beschrijving toetsenbord Het toetsenbord is gedetailleerd beschreven in Afbeelding Afbeelding 24 Toetsenbord SD900 (Aan/Uit): hiermee schakelt u de controller in of (Terug): annuleren of terug naar het vorige scherm POWER BACK (Volumekalibratie): opent het : beweegt de cursor of schuift door de VOLUME CALIBRATION PIJLTOETSEN...
Sampler bedienen 2. Druk op de om Diagnostics (Diagnose) te PIJLTOETS OMLAAG markeren. Druk op . Het menu Diagnostics (Diagnose) ENTER wordt weergegeven. 3. Let op de pijl omlaag aan de onderkant van het display (Afbeelding 25). Druk op de pijl omlaag totdat alle extra opties worden getoond.
Sampler bedienen Tabel 2 Menuoverzicht SD900-controller Menuoptie Beschrijving Program setup (Programma-instel-linge Monsternameprogramma maken, controleren of instellen Modify all (Alles Monsternameprogramma maken of bewerken wijzigen) Modify selected Deel van een monsternameprogramma bewerken (Selectie wijzigen) Review (Controleren) Monsternameprogramma controleren Presets Maximaal drie programmasjablonen invoeren of selecteren (Voorinstellingen) Restore defaults (Standaardinstellingen...
Sampler bedienen Tabel 2 Menuoverzicht SD900-controller Time/date setup Tijd (24 uur) en datum instellen (Tijd/datum instellen) Communication De baudsnelheid (19200, 38400, 57600 of 115200) en het protocol (Modbus RTU of ASCII) voor (Communicatie) de seriële poort instellen Werking van de SDI-12-sensor configureren. (Wordt alleen weergegeven wanneer een sensor is SDI-12 gedetecteerd.) Setup base (Basis...
Sampler bedienen 4.4.1 Overzicht samplerprogramma Tabel 3 geeft een overzicht van het menu voor het maken van een basis-monsternameprogramma. Tabel 3 Basisprogramma-instellingen Menuoptie Beschrijving Bottles (Flessen) Geef informatie op over de flessen. Bottle quantity (Aantal Selecteer het aantal flessen in de sampler (1, 2, 4, 8 of 24). flessen) Bottle volume (Volume Geef de capaciteit op van elke fles in milliliters of gallons (50–65000 ml of 0,5–99,8 gal)
Sampler bedienen Tabel 3 Basisprogramma-instellingen (vervolg) Yes (Ja) Elk monster wordt in alle flessen gedaan. End after last Het programma wordt gestopt nadat het laatste monster is verzameld. Voer het aantal monsters (Stoppen na laatste) in (1–999). Continuous (Continu) Sampler blijft monsters nemen totdat handmatig wordt gestopt. No (Nee) Monsters worden in een subset van flessen gedaan (zie Afbeelding 27 op pagina...
Sampler bedienen 4.4.2.1 Tips en technieken Raadpleeg Tabel 4 Afbeelding 27 voor hulp bij het programmeren van monsternames. Tabel 4 Tips en technieken voor het basis-monsternameprogramma Parameter Tips en technieken Wanneer 1 fles is geselecteerd, wordt de uitschakelaar voor volle flessen Bottle quantity (Aantal flessen) ingeschakeld en de verdeler uitgeschakeld.
Sampler bedienen Procedure: 1. Selecteer \> PROGRAM SETUP MODIFY SELECTED (Programma-instellingen\>Selectie wijzigen). 2. De geselecteerde parameters worden gerangschikt onder de volgende subkoppen. Selecteer een van de beschikbare subkoppen met behulp van de pijltoetsen omhoog en omlaag. • Bottles (Flessen); aantal en volume •...
Sampler bedienen 4.4.6 Programma's opslaan als voorinstellingen Gebruik de optie Presets (Voorinstellingen) om maximaal drie monsternameprogramma's op te slaan om later opnieuw te gebruiken. Indien er wijzigingen worden aangebracht aan een vooringesteld programma nadat het is geladen, moet het programma opnieuw worden opgeslagen om de wijzigingen te behouden.
Sampler bedienen 4.5 Programma starten of stoppen Gebruik de toets (Programma RUN/HALT PROGRAM uitvoeren/stoppen) om een programma te starten of te stoppen. Procedure: 1. Druk op (Programma uitvoeren/stoppen) RUN/HALT PROGRAM om een monsternameprogramma uit te voeren, te onderbreken, te hervatten of te stoppen. 2.
Sampler bedienen monsters overeenkomen met het volume dat is gedefinieerd voor de tijdkalibratie. 5. De pomp spoelt de inlaatslang door en zal vervolgens het opgegeven monstervolume nemen. De pomp zal vervolgens de inlaatslang doorspoelen. Als u op elk gewenst moment tijdens de monsternamecyclus de pomp wilt stoppen, drukt u op de toets STOP 4.6.2 De verdelerarm bewegen...
Sampler bedienen 4.7.1 Het scherm Status Het scherm Status kan worden geopend door op de toets STATUS te drukken of door te selecteren in het hoofdmenu. STATUS Het statusmenu wordt weergegeven als de hoofd- en stormwaterprogramma's gelijktijdig worden uitgevoerd. De status van het hoofdprogramma of het stormwaterprogramma kan worden weergegeven door (Hoofd) of...
Sampler bedienen • Informatie volgende monster (monsternummer, flesnummer van volgende monster) • Tijd tot volgende monster • Starttijd programma 4.7.2.3 Voltooid De status geeft aan (Voltooid) wanneer een programma COMPLETE is beëindigd nadat alle monsternamecycli zijn voltooid of wanneer het wordt stopgezet door de gebruiker. Gebruik de PIJL NAAR om door de informatie te bladeren van het programma dat RECHTS...
Sampler bedienen • User abort (Onderbreking door gebruiker); een gebruiker heeft op de toets gedrukt om de monsternamecyclus te STOP beëindigen • Arm faulty (Armstoring); de beweging van de verdelerarm was niet juist • Pump fault (Pompstoring); er is een storing opgetreden terwijl de pomp was ìngeschakeld •...
Pagina 64
Sampler bedienen • User off (Gebruiker uit); een gebruiker heeft de voeding uitgeschakeld met de aan/uit-toets • Program start (Start programma); het monsternameprogramma is gestart • Program resume (Programma hervatten); een programma is hervat vanuit de onderbrekingsstatus • Program halt (Programma onderbroken); een programma is onderbroken •...
Sampler bedienen 4.7.5.1 Gebeurtenislogboek weergeven Geef het gebeurtenislogboek weer om details te bekijken over de gebeurtenissen die zijn bijgehouden. Procedure: 1. Selecteer \> DIAGNOSTICS EVENT LOG (Diagnose\>Gebeurtenislogboek) in het hoofdmenu om het gebeurtenislogboek weer te geven. 2. Selecteer (Weergeven). DISPLAY 3.
Sampler bedienen Voor normale toepassingen kan kraanwater worden gebruikt voor het kalibreren van volume. Indien de samenstelling van het monster aanzienlijk verschilt van normale watermonsters, kunt u de sampler kalibreren met de vloeistof waarvan de monsters moeten worden genomen. Er kan geen kalibratie worden uitgevoerd tijdens het uitvoeren van een monsternameprogramma.
Sampler bedienen 4.8.1.1 Kalibratie opnieuw instellen Gebruik de optie voor het opnieuw instellen van de kalibratie om de standaardinstellingen voor de volumekalibratie opnieuw in te stellen. Procedure: 1. Zorg ervoor dat de vloeistofsensor is ingeschakeld door \> \> PROGRAM SETUP MODIFY SELECTED LIQUID \>...
Sampler bedienen wanneer het volume dat is opgegeven in het stormwaterprogramma is verzameld. 6. Als de pomp bij het juiste volume is gestopt, selecteert u DONE (Gereed). Druk op (Herhalen) als u de kalibratie wilt REPEAT herhalen. 7. Selecteer een ander volume om te kalibreren of selecteer (Gereed).
Sampler bedienen • Displaycontrast • Wachtwoord • Herinnering vervangen pompslang • SDI-12 (optioneel) Procedure: 1. Selecteer (Systeeminstellingen) in het SYSTEM SETUP hoofdmenu. 2. Selecteer een van de beschikbare parameters, bijvoorbeeld tijd-/datuminstelling. Raadpleeg Tabel 2 op pagina 50 voor een overzicht van het menu met systeeminstellingen. 3.
Sampler bedienen 7. De vloeistofsensorkalibratie is voltooid nadat de inlaatslang automatisch is doorgespoeld. Selecteer (Gereed) om het DONE vloeistofsensormenu te sluiten of (Herhalen) om de REPEAT kalibratie te herhalen. Opmerking: Als u de standaardkalibratie van de vloeistofsensor wilt herstellen, selecteert u SYSTEM SETUP\>LIQ SENSOR CAL\>RESTORE DEFAULT (Systeeminstellingen\>Vloeistofsensorkalibratie\>Standaardinstellin-g en herstellen) in het hoofdmenu.
Pagina 71
Sampler bedienen piekstroomfilter of sluit de controller aan op een ander aftakcircuit om de kans op piekstroom te reduceren. De optionele SDI-12-interface kan worden aangesloten op apparaten als de Hydrolab MS5 en DS5 voor het verzamelen van waterkwaliteitsgegevens die als pulsen kunnen worden gebruikt in toepassingen voor monstername volgens instelwaarde.
Pagina 72
Sampler bedienen het SDI-12-protocol dat op het apparaat is geïmplementeerd, het aantal beschikbare metingen en de opwarmtijd. CFG PARAMETERS (CFG-parameters): stelt de gebruiker in staat om leesbare metingstypen en eenheden te definiëren voor de algemene meetkanalen die worden geretourneerd door het SDI-12-apparaat.
Sampler bedienen Afbeelding 29 Metingen ondersteund door de SD900 (vervolg) Meting Eenheid Resolutie ruw TDG ref PAR uE/S/n2 Weerstand kOhm/cm Rodamine Volt Zoutgehalte Totaal opgeloste vaste stoffen Temperatuur Totaal opgelost gas mmHG Transmissie volt %660nm v660nm Troebelheid volt Geeft het aantal cijfers aan dat rechts van de decimale komma komt op de SD900-display. De SD900 ondersteunt direct de Hydrolab MS5 en DS5 door het automatisch detecteren van het meettype en de eenheid voor elke van de SDI-12-parameters.
Sampler bedienen 4.9.5.1 Levensduurindicator slang inschakelen Schakel de levensduurindicator voor de slang in om een herinnering in te stellen voor wanneer de pompslang moet worden vervangen. Procedure: 1. Selecteer \> SYSTEM SETUP TUBING (Systeeminstellingen\>Levensduur slang) in het LIFE hoofdmenu om de optie voor de levensduur van de slang te openen.
Sampler bedienen toets wordt gedrukt, en wordt er een invoer toegevoegd aan het gebeurtenislogboek. 4.9.5.4 Slangcycli opnieuw instellen Wanneer het bericht “change tube” (Vervang slang) wordt weergegeven, vervangt u de pompslang en stelt u de pompcycli opnieuw in. Procedure: 1. Indien de optie Tubing life (Levensduur slang) niet is ingeschakeld, selecteert u \>...
Paragraaf 5 Geavanceerde monstername 5.1 Overzicht geavanceerde monstername Gebruik het menu voor geavanceerde monstername voor de volgende bewerkingen: • Het versturen van een uitgangssignaal van 12 VDC om een tweede sampler te starten, een relais aan te sturen of om te communiceren •...
Geavanceerde monstername Tabel 5 SD900-menu voor geavanceerde monstername Timed Bottle (Fles op Stelt de monstername in op een fles met een vaste intervaltijd. vaste intervaltijd) Timed bottle samples (Flesmonsters op vaste Stelt het aantal monsters dat moet worden genomen in op een fles met een vaste intervaltijd. intervaltijd) 24 hr format Stelt de pulstijd voor de fles met vaste intervaltijd in op de 24-uursindeling.
Geavanceerde monstername 3. Het bericht “Bottle number output disabled on pen F” (uitgang Flesnummer uitgeschakeld op pen F) wordt weergegeven. De uitgang Flesnummer voor het versturen van monsternamegeschiedenis naar een Sigma 950-debietmeter wordt uitgeschakeld. 4. Selecteer (Terug) of om het uitgangssignaal te BACK ENTER activeren.
Geavanceerde monstername 5.3.3 Bediening via extern signaal (monstername volgens instelwaarde) Met de optie voor monstername volgens instelwaarde kan de sampler worden gestart en gestopt na het ontvangen van een signaal via een extern apparaat, zoals een debietmeter. De huidige status geeft aan wanneer het monsternameprogramma wordt geblokkeerd door een extern apparaat.
Pagina 81
Geavanceerde monstername Selecteer een pulsbron uit de lijst om een instelwaarde te definiëren. Opmerking: Een vinkje in de kolom helemaal links geeft aan dat een specifiek kanaal reeds is ingeschakeld als puls. Om de monstername volgens instelwaarde uit te schakelen, moet elk afzonderlijk kanaal worden uitgeschakeld.
Pagina 82
Geavanceerde monstername Afbeelding 31 Lage instelwaarde Schaal van pH-waarden Dode band Instelwaardepuls Aan (tijdstempel opgenomen in het Instelwaarde (7,00) gebeurtenislogboek) Instelwaardepuls Uit (tijdstempel opgenomen in het Scanintervallen gebeurtenislogboek) Voer een instelwaardepuls in binnen het toegestane bereik. Voer een optionele dodebandwaarde in. Selecteer ENABLE (Inschakelen) om de pulsdefinitie op te slaan.
Geavanceerde monstername Indien de optie START/STOP is gekozen, zal zodra een instelwaardepuls is geactiveerd het programma beginnen te lopen en stoppen wanneer de puls is uitgeschakeld. Voer eventueel een instelwaardevertraging in. De vertraging begint wanneer de instelwaardepuls wordt ingeschakeld. Het programma wordt gestart nadat de vertragingstijd is verstreken.
Pagina 84
Geavanceerde monstername • Tijdens het nemen van monsters met meerdere flessen, kan de sampler worden geprogrammeerd voor het nemen van een groot “eerste spoeling”-monster (of meerdere kleine monsters) op vaste tijdstippen. Het aantal flessen dat wordt gescheiden voor het eerste spoelingmonster kan worden geselecteerd. Tegelijkertijd worden stroomgewichtmonsters genomen vanaf het begin van de storm totdat alle resterende flessen zijn gevuld, of nadat een tijd die door de gebruiker is ingesteld, is...
Geavanceerde monstername voor het programma. Het programma wordt gestopt wanneer deze tijd is verstreken. Selecteer (Uitschakelen) als u wilt dat het programma DISABLE wordt voltooid zonder een tijdlimiet. Volgens de NPDES-vereisten moet er meestal gedurende de eerste drie uur van een storm worden gecontroleerd. Indien het debiet lager is dan verwacht, kan de stroomgewichtmonstername langere tijd voortduren naarmate het debiet lager wordt en de monstername-interval langer.
Pagina 86
Geavanceerde monstername variabele intervallen die zijn gedefinieerd. Wanneer er wordt overgeschakeld van een flessenset met vaste intervaltijden na het verstrijken van de pulstijd, wordt de variabele intervalindex teruggezet. Opmerking: Flessen met vaste intervaltijden kunnen alleen worden ingeschakeld als de sampler is geconfigureerd voor meerdere flessen, de niet-samengesteld modus is ingeschakeld en de verdeelmodus is ingesteld op Bottles/Sample (Flessen/Monster).
Paragraaf 6 Onderhoud WAARSCHUWING Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van de handleiding beschreven taken uitvoeren. WAARSCHUWING Potentieel gevaar van elektrische schokken. Koppel altijd de voeding van de sampler los voordat u daaraan onderhoud verricht. VOORZICHTIG Gevaar van biologische monsters. Houd u aan veilige werkprotocollen bij contact met monsterflessen en onderdelen van de sampler.
Onderhoud Samplerkast en -bak Reinig het binnen- en buitenoppervlak van de sampler met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel. Gebruik geen schuur- of oplosmiddelen voor het reinigen. Monsterflessen Reinig de flessen met een borstel en water waaraan een mild reinigingsmiddel is toegevoegd.
Pagina 89
Onderhoud Voorwaarden: • Pompslang; op maat gesneden of in bulklengte (15 ft of 50 ft). Opmerking: Raadpleeg Paragraaf 8 Reservedelen en toebehoren op pagina 107 voor bestelinformatie. Demontageprocedure: 1. Schakel de voeding van de controller uit. 2. Bij gebruik van een pompslang in bulklengte, snijdt u er een stuk van 23,25 inch (24,25 inch voor de weersbestendige gekoelde sampler) van af en brengt u uitlijningsmarkeringen aan op de slang, op de plaatsen die zijn aangegeven in...
Pagina 90
Onderhoud 2. Druk de slang in de bovenste pompslangklem. Zorg ervoor dat de uitlijningsmarkering goed is uitgelijnd ten opzichte van de bovenste pompslangklem, zoals afgebeeld in Afbeelding 3. Houd de slang met een hand vast terwijl u de pomprotor draait om de slang om de rotor heen te geleiden (Afbeelding 33).
Onderhoud Afbeelding 34 Geïnstalleerde pompslang Gekoelde sampler Pompslang naar fitting op koeling Pompslang naar vloeistofsensor Weersbestendige gekoelde sampler 6.3.3 Rotor verwijderen en reinigen Voor vervanging van de complete pomp bestelt u onderdeelnummer 6262000. Verwijder de pomprotor om de siliconeresten grondig uit de pompslang te verwijderen.
Pagina 92
Onderhoud Afbeelding 35 Pomprotor verwijderen Rotor Opening in spanhuls Spanhuls Rubber klep Uitsteeksels Schroef...
Onderhoud 6.4 Slang van de verdelerarm vervangen De verdelerarm verplaatst zich boven iedere fles bij gebruik van meerdere monsterflessen. Inspecteer regelmatig de slang in de verdelerarm. Vervang de slang wanneer de kwaliteit ervan verslechterd is, of met regelmatige intervallen. Voorwaarden: •...
Onderhoud 6.5 Droogmiddel vervangen Er bevindt zich een droogmiddelpatroon in de controller, om vocht te absorberen en corrosie te voorkomen. In de loop van de tijd raakt het droogmiddel verzadigd met vocht en moet het worden vervangen. Controleer de kleur van het droogmiddel via het transparante kunststofvenster (Afbeelding 37).
Onderhoud Afbeelding 38 Droogmiddelhouder Stop O-ring Droogmiddelbus 6.6 Thermische sensor kalibreren (alleen bij weersbestendige gekoelde sampler) 6.6.1 Thermische sensor verifiëren Om de nauwkeurigheid te verifiëren van de temperatuur in het koelcompartiment, die wordt aangegeven op het display van de sampler-controller, plaatst u een thermometer van laboratoriumkwaliteit in een beker gevuld met 150 ml water in de rechterachterhoek van de bak.
Onderhoud 3. Neem de referentietemperatuursensor (RTS) uit de beugel en plaats de beker met het ijsbad naast de beugel. 4. Plaats de sensor en de laboratoriumthermometer in de beker met het ijsbad. 5. Wacht ongeveer 30 minuten, met uitgeschakelde sampler-controller en gesloten deur, zodat de referentiesensor en de laboratoriumthermometer zich kunnen stabiliseren ten opzichte van de temperatuur van het ijsbad.
Pagina 97
Onderhoud 4. Controleer de stroomonderbreker via het transparante venster van de temperatuurregelkast. 5. Als de stroomonderbreker niet in de stand OFF (uit) staat, contact opnemen de servicedienst. 6. Als de stroomonderbreker in de stand OFF (uit) staat, gaat u als volgt te werk: a.
Onderhoud 6.8 Deur van het koelcompartiment afstellen (alleen bij weersbestendige gekoelde sampler) Omdat de pakking van de deur in de loop van de tijd iets wordt samengeperst, is er een stelschroef aanwezig waarmee de deur goed sluitend kan worden gehouden. Procedure: 1.
Onderhoud 6.10 Zekeringoverzicht WAARSCHUWING gevaar van elektrische schokken en brandgevaar. Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van de handleiding beschreven taken uitvoeren. Koppel altijd de voeding van de sampler los voordat u daaraan onderhoud of andere werkzaamheden verricht. GEVAAR Voor aanhoudende bescherming tegen brandgevaar, dient u een zekering altijd door een zekering van hetzelfde type en...
Paragraaf 7 Problemen oplossen 7.1 Algemene problemen oplossen Raadpleeg de informatie in Tabel 7 wanneer zich een probleem voordoet met de sampler. Tabel 7 Algemene problemen met de SD 900 oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Het probleem kan aan de controller, de Isoleer componenten om te bepalen stroomvoorziening of de netvoeding welk component problemen vertoont.
Problemen oplossen 7.2 Foutberichten en meldingen Berichten worden weergegeven in het controllerdisplay wanneer er zich fouten voordoen of om te bevestigen dat een bewerking is voltooid. Raadpleeg Tabel 8 voor een overzicht van de mogelijke berichten Tabel 8 SD 900 fout- en informatieberichten Bericht Reden Actie...
Pagina 103
Problemen oplossen Tabel 8 SD 900 fout- en informatieberichten (vervolg) Bericht Reden Actie Bevestiging dat de uitgang voor het flesnummer op pen F van de extra poort BOTTLE NUMBER OUTPUT ENABLED ON Druk op (Terug) of op BACK ENTER is ingeschakeld wanneer de uitgang PIN F (UITGANG FLESNUMMER de informatie te bevestigen.
Problemen oplossen Tabel 8 SD 900 fout- en informatieberichten (vervolg) Bericht Reden Actie Er is geprobeerd om Timed Bottle (Fles Stel het aantal flessen in het menu met op vaste intervaltijd) in te schakelen programma-instellingen in op meer dan terwijl het aantal flessen van de sampler is geconfigureerd op 1 fles.
Problemen oplossen 7.3.1 Verdelerdiagnose Gebruik de verdelerdiagnose voor het controleren van de juiste werking van de verdeler. De test beweegt de verdelerarm naar alle 24 flesposities, ongeacht het aantal flessen dat is opgegeven in het programma. Opmerking: De verdelerdiagnose kan alleen worden geactiveerd wanneer het monsternameprogramma is geconfigureerd voor meerdere flessen.
Problemen oplossen 7.3.4 Vloeistofsensordiagnose Gebruik de vloeistofsensordiagnose om de huidige kalibratiegegevens van de vloeistofsensor weer te geven. Procedure: 1. Selecteer \> DIAGNOSTICS LIQ SENSE DIAG (Diagnose\>Vloeistofsensordiagnose) in het hoofdmenu. 2. Op het display worden de ingangsfrequentie (MHz), de uitgangsspanning (VDC) en de signaal-ruisverhouding voor de huidige kalibratie getoond.
Problemen oplossen Indien het RX-getal 0 is, kan het SDI-12-apparaat niet communiceren met de SD900. Indien het TX-getal overeenkomt met het RX-getal, zijn de transmissies succesvol. Indien de TX- en RX-getallen niet overeenkomen, kunt u in het gebeurtenislogboek het aantal mislukte transmissies en de redenen voor de fouten controleren.
Reservedelen en toebehoren 8.3 Reservedelen, vervolg Beschrijving Catalogusnummer Slang, met vinylbekleding aan de binnenzijde inch, 100 ft Slang, met vinylbekleding aan de binnenzijde inch, 500 ft Slangaansluitset, voor PE-slang met teflonbekleding aan de binnenzijde 2186 8.4 Accessoires Beschrijving Catalogusnummer 3-weg splittereenheid Flessenrek 1511 Kabel, universeel met 2 connectoren, 7-polig, 10 ft...
Fax +34 94 657 33 97 www.hach-lange.dk www.hach-lange.se www.hach-lange.it info@hach-lange.es www.hach-lange.es HACH LANGE LDA HACH LANGE SP. ZO.O. HACH LANGE S.R.O. HACH LANGE S.R.O. Av. do Forte nº8 ul. Krakowska 119 Zastrčená 1278/8 Roľnícka 21 Fracção M PL-50-428 Wrocław CZ-141 00 Praha 4 - Chodov SK-831 07 Bratislava –...
Pagina 114
Contactinformatie HACH LANGE D.O.O. ΗΑCH LANGE E.Π.Ε. HACH LANGE D.O.O. HACH LANGE MAROC SARLAU Fajfarjeva 15 Αυλίδος 27 Ivana Severa bb SI-1230 Domžale GR-115 27 Αθήνα HR-42 000 Varaždin Villa 14 – Rue 2 Casa Tel. +386 (0)59 051 000 Τηλ.
Appendix A Bedrading voor niet-Sigma-debietmeters LET OP Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van de handleiding beschreven taken uitvoeren. Voorwaarden: • Universele kabel met één connector • Extra adapterkabel (6- of 7-polige adapter) • Optionele splitter (Afbeelding 22 op pagina 45) voor extra aansluitingen.
Pagina 116
Bedrading voor niet-Sigma-debietmeters Tabel 9 Bedradingsinformatie voor kabels met één connector voor niet-Sigma-debietmeters (vervolg) Signaal Kleur beschrijvin van de Doel Capaciteit draad In pulsmodus reageert deze ingang op een positieve puls ten opzichte van de gemeenschappelijke aansluiting (pen B). De ingang wordt gesloten (laag getrokken) naar de gemeenschappelijke aansluiting (pen B) via een serieweerstand van 1 kΩ...
Pagina 117
Bedrading voor niet-Sigma-debietmeters Tabel 9 Bedradingsinformatie voor kabels met één connector voor niet-Sigma-debietmeters (vervolg) Signaal Kleur beschrijvin van de Doel Capaciteit draad Deze uitgang wordt thermisch beveiligd tegen kortsluitstromen naar de gemeenschappelijke aansluiting (pen B). Beperk externe belastingsstroom tot 0,2 A. Gewoonlijk bedraagt de spanning in De uitgang heeft gewoonlijk een laag logisch niveau deze draad 0 VDC;...
Pagina 118
Bedrading voor niet-Sigma-debietmeters...
Appendix B SDI-12-configuratie voor een Hydrolab-sensor Voorwaarden: • SDI-12-compatibele sensor • Stroomadapter (netspanning/accu. Er is geen stroomadapter nodig als de sensor door een intern accupak van stroom wordt voorzien.) • Externe stroomadapterkabel (niet nodig als de sensor door een intern accupak van stroom wordt voorzien.) •...
SDI-12-configuratie voor een Hydrolab-sensor B.1 Configuratie SDI-12 Zodra de sensor is aangesloten op een van de COM-poorten op de pc, gaat u naar MENU START\>ALLE PROGRAMMA'S\>HYDRAS3 LT op de pc. De Hydras3 LT-software wordt gestart, zoals weergegeven in Afbeelding Afbeelding 43 Hydras3 LT-venster Tijdens het starten scant de HYDRAS3 LT-software de beschikbare COM-poorten op de pc.
Pagina 121
SDI-12-configuratie voor een Hydrolab-sensor Afbeelding 44 Hydras3 LT configuratievenster Klik op het tabblad Settings (Instellingen) om de interface van de SDI-12-sensor te configureren (Afbeelding 45).
Pagina 122
SDI-12-configuratie voor een Hydrolab-sensor Afbeelding 45 Tabblad Settings (Instellingen) Vink de optie Enabled (Geactiveerd) in het venster Communication (Communicatie) op het tabblad Settings (Instellingen) aan. Hiermee wordt de SDI-12-interface geactiveerd. Selecteer het adres uit het geldige bereik voor de sensor, zoals weergegeven in Afbeelding 46.
Pagina 123
SDI-12-configuratie voor een Hydrolab-sensor Afbeelding 46 Adresconfiguratie Klik op de knop Define SDI Parameter Order (Volgorde SDI-parameters definiëren) om de volgorde van beschikbare parameters voor de SDI-12-interface te configureren. Het venster Define SDI Parameter Order (Volgorde SDI-parameters definiëren) (Afbeelding 47) wordt geopend. Alle beschikbare parameters worden in het linker deelvenster weergegeven.
Pagina 124
SDI-12-configuratie voor een Hydrolab-sensor Afbeelding 47 Volgorde SDI- parameters definiëren...
Pagina 125
SDI-12-configuratie voor een Hydrolab-sensor Afbeelding 48 Instellingen opslaan Klik op het tabblad Settings (Instellingen) op Save Settings (Instellingen opslaan) om de instellingen op te slaan en de Hydras3 LT-software (afbeelding 35) af te sluiten. Hiermee is de configuratie van de sensor voor de SDI-12-interface voltooid.
Pagina 126
SDI-12-configuratie voor een Hydrolab-sensor...
Index type en lengte opgeven ..........54 communicatie seriële connector ............. 45 kalibratie containers. Zie flessen handmatige kalibratie ..........65 monstervolume ............63 vloeistofsensor ............67 debietmeter installeren ..............44 puls-samplerbedrijf met .......... 78 LED-indicator ..............47 diagnosetests ..............102 droogmiddel vervangen ..............92 momentaan monster ............66 momentane monsters .............57 monstergeschiedenis .............60 extra connector...
Pagina 128
Index rotor ...................89 menuoverzicht ............75 Sampler toebehoren ..............107 monteren ..............25 toetsenbord ..............48 sampler trapsgewijze monstername ........... 76 reservedelen ............107 sampler inrichten uitgangssignaal acht flessen ...............31 twee of vier flessen ..........30 bij elke monsternamecyclus ........77 vierentwintig flessen ..........33 na voltooien programma .........