WERKEN MET HULPSTUKKEN EN TOEPASSINGEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Plooien naaien
Steek
Patroon
Rechte steek
(linker naaldstand)
Rechte steek
(middelste
naaldstand)
Verlaag de spanning van de bovendraad,
1
zodat de onderdraad op de onderkant van
het materiaal ligt.
Naai één rij (of meerdere rijen) rechte
2
steken.
Trek aan de onderdraad om het materiaal
3
te plooien.
Gaten stoppen
Steek
Patroon
Rechte steek
2
(linker
naaldstand)
Rechte steek
3
(middelste
naaldstand)
Zet de machine uit.
1
Plaats de stopplaat op de naaldplaat en
zet vervolgens de machine aan.
37
Steeklengte
[mm (inch)]
2
4 (3/16)
3
4 (3/16)
Steeklengte
Anders
[mm (inch)]
Stop-
Elke
plaat
Stop-
Elke
plaat
Verwijder de persvoet en de
2
persvoethouderunit en zet vervolgens de
persvoethendel omlaag.
Plaats het gedeelte dat u wilt stoppen
3
onder de persvoet, samen met een stuk
stof ter versteviging.
Zet de machine aan.
4
Begin te naaien en trek daarbij zachtjes de
5
stof beurtelings van u af en naar u toe.
Opmerking
● Naai terwijl u de stof strak houdt om te
zorgen dat het vlak ligt.
Herhaal dit totdat het te stoppen gedeelte
6
gevuld is met parallelle rijen steken.
Applicaties
Steek
Patroon
4
Zigzagsteek
5
Zigzagsteek
6
Zigzagsteek
U kunt een applicatie maken door een ander stuk stof
uit te knippen en als decoratie te gebruiken.
Steeklengte
Steekbreedte
[mm (inch)]
[mm (inch)]
F-2
1,5 (1/16)
(1/64-1/16)
F-2
3,5 (1/8)
(1/64-1/16)
F-2
5 (3/16)
(1/64-1/16)