KNOOPSGATEN NAAIEN EN KNOPEN AANZETTEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Als de linkerkant te open is, draait u de
schroef voor fijnafstelling knoopsgat met een
grote schroevendraaier in de richting van de
"–"
.
Als de linkerkant te krap is, draait u de
schroef voor fijnafstelling knoopsgat met een
grote schroevendraaier in de richting van de
"+"
.
• Met deze fijnafstelling zorgt u dat beide
zijden van het knoopsgat gelijk zijn.
Knopen aannaaien
Steeklengte
Steek
Patroon
[mm (inch)]
Zig-
4
F
zag-
(1/64)
steek
Zig-
5
F
zag-
(1/64)
steek
Zig-
6
F
zag-
(1/64)
steek
Meet de afstand tussen de knoopsgaten en
1
stel de patroonkeuzeknop in op de
zigzagsteek (1,5 mm, 3,5 mm of 5 mm)
met de gewenste breedte.
Zet de machine uit.
2
Verwissel de voet voor
3
knoopbevestigingsvoet "M".
Plaats de stopplaat op de naaldplaat.
4
Zet de machine aan.
5
35
Steekbreedte
Voet
Anders
[mm (inch)]
Knoop-
1,5
bevesti-
Stopplaat
(1/16)
gingsvoet
"M"
Knoop-
3,5
bevesti-
Stopplaat
(1/8)
gingsvoet
"M"
Knoop-
5
bevesti-
Stopplaat
(3/16)
gingsvoet
"M"
Plaats een knoop tussen de voet en de stof
6
en zorg dat de naald in de gaten komt
zonder de knoop te raken. Als de naald de
knoop raakt, kijkt u bij stap
Naai ongeveer 10 steken in laag tempo.
7
VOORZICHTIG
●
Zorg dat de naald de knoop niet raakt
tijdens het naaien. Daardoor kan de
naald breken en kunt u letsel oplopen.
Trek de bovendraad aan het eind van het
8
stiksel naar de achterkant van de stof en
knoop deze vast aan de onderdraad.
Knop de bovendraad en onderdraad aan
het begin van het stiksel af met een schaar.
.
1