INGEBOUWDE STEKEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Rijg de twee stukken stof ca 2 mm
2
(1/16 inch) uit elkaar op dun papier of een
vel wateroplosbare steunstof.
4
1 Dun papier of wateroplosbare steunstof
2 Teken een lijn in het midden
3 Rijgsteken naaien
4 2 mm (1/16 inch)
Naai met de rand van de persvoet langs
3
het midden van de twee stukken stof.
Wanneer u klaar bent met naaien,
4
verwijdert u het papier en de rijgsteken.
Overlocksteken
Steek
Patroon
19
Elastische
overlock
21
Kamsteek
Met deze steken kunt u naden naaien en afwerken in
één bewerking. Elastische overlocksteek: voor het
naaien van stretchstof.
31
1
2
3
Steeklengte
Steekbreedte
[mm (inch)]
[mm (inch)]
Vast
5 (3/16)
2,5 (3/32)
Vast
5 (3/16)
2,5 (3/32)
Plaats de stof onder de persvoet met de
1
naadlijn (of de pijlpunt) ongeveer 3 mm
(1/8 inch) links van het midden van de
persvoet.
Deze steek werkt het best met een marge van
ongeveer 5 mm (3/16 inch) omdat dan de
zigzagkant (rechts) van de steek overhands
wordt genaaid op de afgesneden rand van de
stof.
1 5 mm (3/16 inch)
2 3 mm (1/8 inch)
• Als de marge breder is dan het steekpatroon,
snijdt u na het naaien de overtollige stof weg.
Veersteken
Steek
Patroon
20
Veersteek
Gebruik de veersteek als decoratieve verstevigingssteek
bij het borduren of het zomen van dekens, tafelkleden
of draperieën.
Plaats de stof met de voorkant naar boven
1
en naai 1 cm (1/2 inch) van de rand van
de stof.
Snijd de stof dicht langs het stiksel af.
2
Deze steek voorkomt dat de stof gaat rafelen.
1
2
Steeklengte
Steekbreedte
[mm (inch)]
[mm (inch)]
Vast
5 (3/16)
2,5 (3/32)