— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Stap
Stap 3
(Achterste
bartack)
1. Zet de patroonkeuzeknop op "c" (dezelfde stand
als in stap 1).
2. Naai 5 tot 6 steken.
3. Stop de machine wanneer de naald zich rechts
van de steek bevindt en haal de naald omhoog uit
de stof.
Stap 4
(rechts)
1. Zet de patroonkeuzeknop op "d".
2. Naai de rechterkant totdat de naald bij de in stap 1
genaaide steken uitkomt.
■ De steken verstevigen en het knoopsgat
opensnijden
Ter versteviging draait u het materiaal 90
1
graden tegen de klok in en naait u rechte
steken tot het eind van de bartack van het
knoopsgat.
Neem het materiaal uit de machine. We
2
adviseren u spelden aan beide uiteinden
van het knoopsgat te plaatsen om te
voorkomen dat de steken worden
ingesneden.
Snijd met het tornmesje een opening in
3
het midden van het knoopsgat. Pas op dat
u geen steken doorsnijdt.
VOORZICHTIG
●
Plaats uw hand of vinger niet voor het
tornmesje bij het opensnijden van het
knoopsgat. Het tornmesje kan uitglijden,
waardoor u letsel kunt oplopen.
Genaaid
Patroon
gedeelte
Knoopsgaten aanpassen
Als de steken aan de twee kanten van het knoopsgat
niet hetzelfde zijn, kunt u de volgende aanpassingen
maken.
Stel de steeklengteknop in tussen "F" en
1
"1,5" en naai het knoopsgat op een
proeflapje om te zien hoe de stof wordt
doorgevoerd.
Als de rechterkant van het knoopsgat te
2
open of te strak gestikt is, past u de doorvoer
van de stof aan met de steeklengteknop.
1
2
1 Rechterkant
2 Korter
3 Langer
Wanneer de rechterkant bevredigend
3
wordt doorgevoerd, stikt u het knoopsgat
en bekijkt u de doorvoer.
Als de linkerkant te los of te strak is
4
vergeleken met de rechterkant, wijzigt u
de instelling van de schroef voor
fijnafstelling knoopsgat , zoals beschreven
in onderstaande alinea's.
1
3
1 Schroef voor fijnafstelling knoopsgat
2 Linkerkant
3 Hoe het knoopsgat eruit ziet
3
2
3
34
4