GARENPENNEN EN GARENSCHIJVEN
Uw naaimachine heeft twee garenpennen: een hoofdgarenpen en een extra garenpen. De garenpennen zijn geschikt voor
alle soorten garen. De hoofdgarenpen is instelbaar en kan worden gebruikt in een horizontale positie (de draad wordt van de
stilstaande pen afgerold) of in een verticale positie (het klosje draait). Gebruik de horizontale positie voor normaal naaigaren en
de verticale positie voor grote klossen of speciale garens.
Horizontale positie
Plaats een passende garenschijf en het klosje op de garenpen.
Controleer of de draad linksom van het klosje wordt afgerold
en schuif dan een tweede garenschijf op de pen. Gebruik een
garenschijf die iets breder is dan het klosje.
De platte zijde van de schijf moet stevig tegen de klos worden
gedrukt. Er mag geen ruimte tussen de garenschijf en de klos
zitten.
Er wordt een klein garenschijfje bij uw naaimachine geleverd
als accessoire. Het kleine garenschijfje kan worden gebruikt
voor kleine garenklosjes.
Let op: Niet alle garenklosjes zijn op dezelfde manier gemaakt. Als u
problemen heeft met het garen, draai het klosje dan om of gebruik de
verticale positie.
Verticale positie
Breng de garenpen omhoog en helemaal naar rechts.
Vergrendel de garenpen in de verticale positie door de pen iets
omlaag te duwen. Schuif de grote garenschijf op de pen. Voor
garenklosjes die kleiner zijn dan het gemiddelde garenschijfje
of wanneer u speciale garens gebruikt, legt u een vilten ringetje
onder de garenklos om te voorkomen dat de draad te snel
afrolt. Voor grotere klossen is het vilten ringetje niet nodig.
Let op: Er mag geen schijfje op de bovenkant van de garenklos worden
geplaatst, omdat de klos dan niet meer kan draaien.
Extra garenpen
De extra garenpen wordt gebruikt wanneer u een spoel wilt
opwinden vanaf een tweede garenklos of voor een tweede
klos wanneer u met een tweelingnaald naait.
Til de extra garenpen op en breng de pen naar links. Schuif
een garenschijf op de pen. Voor garenklosjes die kleiner zijn
dan het gemiddelde garenschijfje legt u een vilten ringetje
onder de garenklos om te voorkomen dat de draad te snel
afrolt. Voor grotere klossen hoeft het vilten ringetje niet te
worden gebruikt.
16 – Voorbereidingen
A
B
A
C
D
B
E
DE BOVENDRAAD INRIJGEN
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste
stand bevinden.
Zet de AAN/UIT-schakelaar op OFF.
1. Plaats de draad op de garenpen en de garenschijf op de
garenpen zoals beschreven op pagina 16.
2. Garenpen in horizontale positie:
Breng de draad over en achter de voorspanningsdraad-
geleider (A) en onder de draadgeleider (B) door.
arenpen in verticale positie:
G
In plaats van dat u de draad in de voorspanningsgeleider (A)
brengt, brengt u deze direct onder de draadgeleider (B).
3. Leid de draad tussen de draadspanningsschijven (C) naar
beneden.
4. Ga verder met het inrijgen in de door de pijlen aangegeven
richting. Leid de draad vanaf de rechterkant door de
draadhevel (D).
5. Breng de draad omlaag en achter de laatste geleider net
boven de naald (E).
Voorbereidingen – 17