Verhelpen van storingen
Motor start niet ................................................
Oververhitting (indicator hoge
koelvloeistoftemperatuur brandt).............
Waarschuwingslampjes branden of
knipperen.........................................................
PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde
brandstofinspuiting) (MIL) .............................
Indicator voor accu-oplaadstatus..................
Indicator ABS (antiblokkeersysteem) ............
HSTC-indicator...................................................
Indicator Honda SMART Key ..........................
Andere waarschuwingsaanduidingen.........
Storingsaanduiding
brandstofniveaumeter....................................
Stop-/startsysteem werkt niet goed ...........
De stop-/startindicator gaat niet branden ..
BLZ. 125
Motor wordt niet gestopt door stop-/startsysteem
als indicator brandt.........................................
BLZ. 126
Motor start niet, zelfs niet door openen
gashendel..........................................................
BLZ. 127
Als het Honda SMART Key-systeem niet goed
werkt .................................................................
BLZ. 127
Zadel ontgrendelen in een noodgeval .......
BLZ. 128
Contactschakelaar ontgrendelen in een
BLZ. 128
noodgeval........................................................
BLZ. 129
Lekke band ........................................................
BLZ. 130
Elektrische problemen ....................................
BLZ. 132
De accu loopt leeg............................................
Doorgebrande lamp .........................................
BLZ. 132
Doorgebrande zekering ..................................
BLZ. 133
Motor draait sporadisch instabiel................
BLZ. 133
BLZ. 134
BLZ. 135
BLZ. 136
BLZ. 138
BLZ. 139
BLZ. 142
BLZ. 143
BLZ. 143
BLZ. 143
BLZ. 144
BLZ. 146