Inbedrijfstelling
Instelling van de verwarmingskromme
A
90
80
70
60
50
40
30
20
20
15
10
B
90
80
70
60
50
40
30
20
20
15
10
36
10
9
8
5
0
-5
Aussentemperatur [°C]
+15
+10
5
0
-5
-10
Aussentemperatur [°C]
C
7
6
5
4
3
2
1
-10
-15
-20
+5
0
-5
-10
-15
-15
-20
Instelling van de stooklijn zonder
afstandsbediening
Als de externe sonde wordt gebruikt,
berekent de elektronische kaart de
temperatuur van de uitgaande ketelleiding,
afhankelijk van de externe temperatuur.
De relatie tussen deze temperaturen wordt
aangegeven door de verwarmingskrommen
van fi guur A. De meest geëigende keuze is
afhankelijk van de ontwerptemperatuur en
van het type gebouw.
Om een nieuwe kromme in te stellen
draait u met een schroevendraaier
aan de vermogensafregeling "TRIM 3"
(CH SLOPE) op de elektronische kaart
(afbeelding C).
Instelling van de stooklijn met
afstandsbediening
Als de externe sonde en de
afstandsbediening worden gebruikt,
berekent de elektronische kaart
de temperatuur van de uitgaande
ketelleiding, afhankelijk van de externe
temperatuur.
De relatie tussen deze temperaturen
wordt aangegeven door de krommen
van fi guur A.
De meest geëigende keuze is
afhankelijk van de ontwerptemperatuur
en van het type gebouw en wordt
uitgevoerd door middel van de
afstandsbediening.
Regelen van de ingestelde
stooklijn zonder afstandsbediening
(afbeelding B)
Zodra u de kromme heeft gevonden
die de kamertemperatuur constant
houdt, dient u de waarden ervan te
controleren. Als de kamertemperatuur
niet overeenkomt met de gewenste
waarde dient u de kromme parallel te
verplaatsen.
Om de verwarmingskromme te
verplaatsen gebruikt u de knop "I" die
zich op het bedieningspaneel bevindt.
Regelen van de ingestelde
stooklijn met de afstandsbediening
(afbeelding B)
Zodra u de kromme heeft gevonden
die de kamertemperatuur constant
houdt, dient u de waarden ervan te
controleren. Als de kamertemperatuur
niet overeenkomt met de gewenste
waarde, dient u de kromme parallel
te verplaatsen met behulp van de
afstandsbediening.