Installatie
Elektrische aansluitingen
Voor een grotere veiligheid moet u
de elektrische installatie zorgvuldig
laten controleren door een vakkundige
monteur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet op aarde aansluiten
van de installatie of door storingen in
de netvoeding.
Controleer dat de installatie geschikt is
voor het maximale vermogen dat door
de ketel wordt opgenomen en dat op
het typeplaatje aangegeven wordt.
Controleer dat de doorsnede van de
kabels groot genoeg is, in ieder geval
niet minder dan 1,5 mm2.
De correcte aansluiting op een
deugdelijk aardsysteem is essentieel
om de veiligheid van het toestel te
kunnen garanderen.
De ketel is voorzien van een
netvoedingskabel zonder stekker.
De voedingskabel moet worden
aangesloten op een net van 230V--
50Hz. Belangrijk!
De aansluiting op het elektrische
net moet met een vaste aansluiting
worden uitgevoerd (niet met een
losse stekker) en voorzien worden
van een tweepolige schakelaar met
openingsafstand tussen de contacten
van tenminste 3 mm.
In het geval van vervanging van
de elektrische voedingskabel
moet u contact opnemen met
een gekwalifi ceerde monteur;
voor het aansluiten van de
ketel moet de aardgeleider
(groen/geel) langer zijn dan de
voedingsgeleiders (zie tekening).
Meervoudige stekkers, verlengsnoeren
of adapters zijn verboden.
Het is verboden om de leidingen
van het hydraulische systeem, het
verwarmingssysteem en het gas te
gebruiken voor de aardaansluiting van
het toestel.
De ketel is niet beschermd tegen de
gevolgen van blikseminslag.
Indien u de netzekeringen moet
vervangen, dient u snelzekeringen van
2A te nemen.
OPGELET
Voordat u ingrepen op de ketel
uitvoert moet u de elektrische
voeding uitschakelen door
middel van de externe
dubbelpolige schakelaar.
21