Elektrische voeding
De voedingsspanning van de machine moet identiek zijn aan de waarde op het typeplaatje 10% en de spannings-
onbalans tussen fasen mag niet meer dan 3% bedragen. Meet de spanning tussen de fasen en als de waarde niet
binnen de grenzen valt, regelt u ze alvorens de machine te starten.
LET OP
Zorg voor een goede elektrische voedingsspanning. Een verkeerde voedingsspanning kan een defect aan de
bedieningscomponenten veroorzaken en ongewenst activeren van de thermische beveiligingen, en kan de levensduur
van de contactgevers en elektrische motoren aanzienlijk verkorten.
Onbalans in voedingsspanning
In een driefasensysteem leidt een te grote onbalans tussen de fasen tot oververhitting van de motor. De maximaal
toegestane spanningsonbalans is 3%, en wordt berekend als volgt:
V
V
MAX
AVG
Onbalans %:
x
100
_____
%
V
AVG
AVG = gemiddeld
Voorbeeld: de drie fasen zijn respectievelijk 383, 386 en 392 volt; het gemiddelde is:
383+386+392
387 volt
=
3
wat een onbalanspercentage geeft van
392
387
onder het toegestane maximum (3%)
x
100
, 1
29
%
387
D-EIMWC00907-14NL - 38/50