Gebruik
Verantwoordelijkheden van de operator
Het is belangrijk dat de operator goed getraind is en vertrouwd wordt met het systeem voordat hij de machine bedient.
De operator moet behalve deze handleiding ook de gebruiksaanwijzing lezen van de microprocessor en het bedradings-
schema zodat hij een goed inzicht heeft van de opstartsequentie, bediening, uitschakelsequentie en werking van alle
veiligheden.
Wanneer de machine voor het eerst wordt opgestart, zal een door de fabrikant erkende technicus beschikbaar zijn om
vragen te beantwoorden en instructies voor een juiste bediening te geven.
De operator houdt best een logboek bij met werkingsgegevens voor elke geïnstalleerde machine. In een ander logboek
houdt hij best alle gegevens i.v.m. het periodiek onderhoud en servicewerkzaamheden.
Als de operator abnormale bedrijfsomstandigheden opmerkt, neemt hij best contact op met de door de fabrikant erkende
technische dienst.
Werking van de compressor
EEWD FZ-compressoren zijn tweetrapsmodellen. Het aanzuiggas komt in de compressor via de inlaatgeleideschoepen
die kunnen worden geopend en gesloten om de koelmiddelstroom aan te passen aan veranderingen in de koellast. Het
aanzuiggas komt in de eerstetraps waaier, wordt gecomprimeerd, en gaat door de radiale diffusor met schoepen naar de
tweedetraps waaier, waar de compressie wordt beëindigd. Het gas gaat naar de condensor via de uittredespiraal, waar
eventueel nog overblijvende dynamische druk wordt omgezet in statische druk.
De motor wordt gekoeld door middel van het koelmiddeleffect van de koelvloeistof onder hoge druk die uit de condensor
komt en in de compressor expandeert tot een gas. Het koelmiddel koelt de motor en de warmteafvoeren van de VFD af.
De motor/compressor-as rust op een vijfassig magnetisch lagersysteem dat de radiale en stuwkrachten opvangt. Het
lagerregelsysteem houdt de as in de juiste positie door de lagers continu aan te passen op basis van feedback over de
aspositie. Ingeval van een stroompanne doet de compressormotor dienst als generator en voorziet hij het lagersysteem
van stroom tijdens het vertragen. Er is ook een systeem dat de as voorzichtig deleviteert.
Veel regelingen zijn rechtstreeks op de compressor gemonteerd waar zij de werking van de compressor monitoren en
regelen. Deze compressorregelingen zijn verbonden met de conventionele MicroTech II-regelingen voor een compleet
regelsysteem van de koeler.
Systeemvolume water
Er moet altijd voldoende water in het systeem aanwezig zijn zodat de koeler lastveranderingen kan detecteren, inspelen
op de verandering en stabiliseren. Naarmate de verwachte last sneller verandert, is een groter watervolume vereist. Het
systeemvolume water is het totale volume water in de verdamper, de luchtbehandelingsapparatuur en hun leidingen.
Een te klein watervolume kan problemen met de werking veroorzaken, zoals snel in-/uitschakelen van de compressor,
snel belasten en ontlasten van de compressoren, onregelmatige stroming van het koelmiddel in de koeler, slechte
motorkoeling, kortere levensduur van de apparatuur en andere ongewenste gevolgen.
Voor de berekening van het watervolume moet de ontwerper rekening houden met o.a. de minimum koellast, de
minimum capaciteit van de koelerinstallatie tijdens de periode met lage belasting en de gewenste cyclustijd voor de
compressoren.
Wanneer we ervan uitgaan dat er geen plotse veranderingen in de belasting voorkomen en dat de koelerinstallatie een
redelijk regelbereik heeft, wordt vaak de vuistregel "liter watervolume gelijk aan 120 tot 180 keer het debiet van gekoeld
water in liter per seconde" gebruikt.
Bji procestoepassingen waar de koellast snel kan veranderen, is een groter systeemvolume water vereist. Een voorbeeld
van een proces is een koelbad. De last zou heel stabiel zijn tot het hete materiaal wordt ondergedompeld in het
waterbad. Dan zou de last drastisch stijgen. Voor dit type van toepassing kan een groter systeemvolume nodig zijn.
Aangezien er veel andere factoren zijn die een invloed op de prestaties kunnen hebben, is het mogelijk dat een systeem
onder deze omstandigheden goed werkt. Maar de mogelijkheid op problemen wordt groter naarmate het watervolume
onder deze omstandigheden daalt.
Pompen met variabele snelheid
Bij een variabele waterstroming wordt de waterstroming door de verdamper aangepast naarmate de last groter of kleiner wordt.
Koelers zijn hiervoor ontworpen op voorwaarde dat de verandering van de waterstroming traag verloopt en de minimum en
maximum debietwaarden voor de verdamper (zie afbeeldingen met de drukval over de verdamper) niet worden overschreden.
De aanbevolen maximum verandering in de waterstroming bedraagt 5% van de toegestane stromingsverandering per
minuut. De stroming valt normaal niet tot onder 50 percent van de ontwerpstroming (op voorwaarde dat minimum
stromingswaarden voor de verdamper niet worden overschreden).
MicroTech II-regeling
De koelers zijn uitgerust met het MicroTech II-bedieningssysteem met:
Aanraakscherm met operatorinterface met een 15" SVGA-kleurenscherm.
Bedieningspaneel met de MicroTech II unitcontroller, twee MicroTech II compressorcontrollers met verbindingen met
de regelingen op de compressor, en verschillende schakelaars en lokale aansluitingen.
Gebruiksinstructies voor de MicroTech II-controller vindt u in de Gebruiksaanwijzing.
D-EIMWC00907-14NL - 30/50