709/709H/710
Gebruiksaanwijzing
Testconfiguratieschermen
Gebruik de configuratieschermen om de standaardtolerantie van
de tests in te stellen:
1.
Selecteer in het menu voor de kalibratorinstellingen (zie
afbeelding 9) Valve Test Parameters
(Kleppentestparameters) om de variabele toewijzing te
controleren. Zie afbeelding 57.
Afbeelding 57. Valve Tests (Kleppentests)
Om de testtolerantie in te stellen:
1.
Ga naar Valve Test Parameters (Kleppentestparameters) >
Test Tolerances (Testtoleranties).
2.
Verander de afzonderlijke testtoleranties van 1 tot 20.
Menu HART Comms (HART-comm.)
Gebruik het menu HART Comms (HART-comm.) om het
automatisch afregelen te starten en variabelen en de status van
het apparaat te zien:
1.
Maak verbinding met de HART-klep.
38
2.
Ga naar Modify Setup (Instelling wijzigen) > HART Comms
(HART-comm.). Zie afbeelding 58 voor de beschikbare opties.
Afbeelding 58. Menu ART Comms. (HART-comm.)
•
Initiate Autotrim (Automatisch afregelen starten): gebruik
deze optie om de klepstandsteller automatisch af te
regelen. Aan het eind van de automatische afregeling is
de klepstand ingesteld op 50 % en kunt snel beslissen of
extra afregelen nodig is.
•
View Config (Config. weergeven): ondersteunt alleen
HART 7-apparaten. Gebruik deze optie om de classificatie
van de apparaatvariabelen PV, SV, TV en QV weer te
geven. Enkele voorbeelden:
•
Druk
•
Volumestroom
•
Massastroom
Als HART 7 niet wordt ondersteund door het apparaat,
toont het display een waarschuwingsmelding.
•
View Diagnostics (Diagnose weergeven): ondersteunt
allen HART 7-apparaten. Gebruik deze optie om de status
van de variabelen PV, SV, TV en QV weer te geven
(bijvoorbeeld SLECHT, MARGINAAL of GOED). Als
HART 7 niet wordt ondersteund door het apparaat, toont
het display een waarschuwingsmelding.
•
Device Var Config (Apparaatvar. config.): gebruik deze
optie om de variabelen PV, SV, TV en QV van het
apparaat weer te geven.