709/709H/710
Gebruiksaanwijzing
Als de klepstandsteller is geconfigureerd om achteruit te werken,
wordt de relatie van het mA-signaal ten opzichte van het openen
en sluiten van de regelklep omgekeerd. De configuratie voor
vooruit of achteruit werkend, verandert niet de modus waarin de
klep faalt.
TV: Deze variabele is de druk die door de klepstandsteller wordt
uitgeoefend op de pneumatische actuator. Als er 4 mA wordt
aangelegd in een direct werkende klepstandsteller, word de
minimumdruk of 0 psi uitgeoefend en houdt de klepveer de klep in
de storingsmodusstand (FO of FC). Als er 20 mA wordt
aangelegd, oefent de direct werkende klepstandsteller de
maximale druk uit op de actuator, zodat deze naar de 100 %-stand
en de tegenovergestelde stand van de storingsmodusstand gaat.
Achteruit werkende actuators reageren tegenovergesteld aan
direct werkende actuators wanneer 4-tot-20mA-signalen worden
aangelegd.
QV: Dit is de feedbackvariabele voor de stand (0 % tot 100 %). De
feedbackvariabele voor de stand moet nauw overeenkomen met
de instelwaarde-variabele (SV). Als dit niet het geval is, moet de
klepstandsteller worden gekalibreerd, om de stand van de klep
beter af te stemmen, of is een reparatie nodig.
Om de handmatige test uit te voeren:
1.
Druk op , en om de klepstand en het mA-
uitgangssignaal te wijzigen.
2.
Vergelijk handmatig de variabele met wat wordt verwacht.
Opmerking
Wanneer de kleppentest is ingeschakeld (ON,
afbeelding 13), verandert de mA-signalen naar
stappen met stops bij 3,8 mA, 4,2 mA, 19,8 mA en
20,2 mA, om het handmatig testen van kleppen te
vergemakkelijken (zie Valve Test).
36
Speed Test (Snelheidstest)
De snelheidstest is een test van de tijd die nodig is om de klep te
openen en te sluiten.
Om de verwachte tijd in seconden in te stellen om de klep in
10 seconden en meer te openen en sluiten:
1.
Verplaats de cursor naar het te wijzigen cijfer.
2.
Draai aan de selectieknop om de tijdswaarde te wijzigen.
3.
Druk op de selectieknop om de wijziging in te voeren.
Afbeelding 54. Speed Test (Snelheidstest)
Om de test uit te voeren:
1.
Druk op om de test te starten.
•
Goed testresultaat: de standvariabele is zoals verwacht.
•
Marginaal testresultaat: de waarde van de standvariabele
ligt dicht bij de testtolerantie.
•
Slecht testresultaat: de afwijkende waarden van de
standvariabele variëren meer dan de tolerantie.
2.
Selecteer Save (Opslaan) om de testresultaten op te slaan en
later te uploaden naar de ValveTrack-software.
Of selecteer Discard (Weggooien) als u het testresultaat niet
wilt opslaan.