16 |
Gebruik van de FU80
De FU-hendel kan vanuit de middenpositie 70° naar bakboord en
stuurboord worden gedraaid. De hendel blijft in de aangegeven
positie staan, en de ingestelde roerhoek/verandering van
vaarrichting wordt aangehouden totdat de hendel weer in de
middenpositie staat.
U kunt de FU80 gebruiken in de modus FU,
U kunt de besturing ook overnemen als het systeem in de modus
NFU,
NAV
Wind
of
FU80 bedienen.
Initiële
modus
Standby
NFU
FU
AUTO
NoDrift
NAV
Wind
¼ Opmerking:
de Wind-modus is niet beschikbaar op AP60-, AP70- of
AP80-systemen.
Als de modus beschikbaar is op andere stuurautomaatsystemen,
kan de modus alleen worden gebruikt als het systeem is ingesteld
voor zeilboten. Zie de installatiehandleiding van uw systeem.
Automatische modusselectie
U kunt schakelen tussen de verschillende modi door herhaaldelijk
MODE
op de toets
geselecteerde modus wordt geactiveerd.
In elke andere modus dan
MODE
het systeem in de FU-modus worden geplaatst.
Om vanuit een willekeurige modus naar
drukt u op de toets STBY.
¼ Opmerking:
voor FU is een geïnstalleerde roerstandterugmelder
nodig. Het is daarom niet mogelijk FU80 te gebruiken in combinatie
met een AP24/28 die werkt met een VRF (Virtual Rudder Feedback).
Bediening |
FU80, NF80, QS80 Gebruikershandleiding
werkt, maar u kunt deze modi niet vanaf de
Beweging van hendel/resulterende modus (actie)
Geen actie
Geen actie
FU (roeropdracht)
AUTO (verandering van vaarrichting)
NoDrift (verandering van koers)
Geen actie
te drukken. De selectie verloopt en de
FU
zal bij de eerste druk op de toets
AUTO
en NoDrift.
Standby
te schakelen,