Inhoudsopgave
Advertenties
Beschrijving
4
Alle bewegingen van de telescooparm, de telescoop, de
bak, de aanbouwdelen en het snelwisselsysteem worden
van de bestuurdersstoel uit via hendels gestuurd. Deze
hendels maken een traploze stuurbaarheid van langzame
tot snelle bewegingen mogelijk.
4.2.9
Zwenksysteem en asstabilisering
Door een separate tandwielpomp worden via een stuur-
ventiel twee enkelvoudig werkende zwenkcilinders gevoed.
De draaistoel is via een kettingaandrijving met de cilinders
verbonden en daardoor absoluut vrij van speling. De
zwenkbeweging kan zonder wederzijdse beïnvloeding
gelijktijdig met de hefbeweging van de shovelarm
plaatsvinden.
De telescooparm kan 90° naar links of rechts worden
gezwenkt.
Bij het zwenken van de telescooparm wordt vanaf
ca. 30° armstand automatisch de asstabilisering inge-
schakeld. De zich aan de kant van de lading bevindende op
de achteras werkende stabiliseringscilinder wordt daarbij
door de lastdruk via het stabiliseringsventiel van hydraulische
druk voorzien en werkt in de tegenovergestelde richting van
de weggezwenkte lading.
AANWIJZING
De asstabilisering wordt bij het terugzwenken opgeheven.
4.2.10 Zwevende positie
Het toestel is met een zwevende positie uitgerust. Ze
maakt het werken, b.v. planeren (egaliseren), op oneffen
terrein mogelijk. Hiertoe moet de hendel voor de
arbeidshydrauliek (4-10/9) over zijn drukpunt tot in de
voorste stand worden gedrukt. In deze stand is de hendel
vergrendeld en kan door tegengestelde bediening weer
ontgrendeld worden.
GEVAAR
De zwevende positie mag alleen in de onderste telescoop-
armpositie ingeschakeld worden.
4.2.11 Hefinrichtingsvering
(Extra uitvoering)
Bij het verplaatsen van de machine over een grotere
afstand, vooral met gevulde bak, is het doelmatig de
hefinrichtingsvering (4-11/15) in te schakelen, om „opsprin-
gen" van de machine te verminderen. Dit is belangrijker
naarmate het terrein ongelijker is en de snelheid hoger.
4.2.12 Buisbreukbeveiliging
(Extra uitvoering)
Aan de hefcilinders en aan de kiepcilinder is aan de
bodemzijde een buisbreukbeveiligingsventiel ingebouwd.
Bij buis- en/of slangbreuk in de hef- en/of kiepinstallatie
worden de bewegingen van de shovelarm of die van het
kiepstangenstelsel geblokkeerd tot de schade is verholpen.
T90C/T90D
4-5
Advertenties
Inhoudsopgave
