Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ahlmann AZ 90tele Gebruikshandleiding pagina 13

Telescooplader
Inhoudsopgave

Advertenties

Veiligheidsaanwijzingen
1
1.5.1.10 Iedere werkwijze vermijden, die gevaren kan
opleveren!
1.5.1.11 Aanbouwdelen e.d. mogen niet gebruikt worden,
om personen te vervoeren!
1.5.1.12 De bestuurder mag pas aan het werk gaan, als er
binnen de gevarenzone geen mensen meer aanwezig zijn.
De gevarenzone is de omgeving van de machine, waarbinnen
personen gewond kunnen raken door b.v.:
- bewegingen van de machine,
- aanbouwdelen of machineonderdelen,
- heen en weer zwaaiende lading,
- vallende lading,
- aanbouwdelen of onderdelen, die van de machine vallen.
1.5.1.13 Wanneer er gevaar dreigt voor personen, moet de
bestuurder een waarschuwingssignaal geven of stoppen
met het werk.
1.5.1.14 Bij storingen moet de machine direct uitgezet en
beveiligd worden! Gebreken moeten meteen verholpen
worden!
1.5.1.15 Controleer de machine tenminste 1x per arbeids-
gang op zichtbare schade en gebreken! Meld de verande-
ringen (inclusief de veranderingen in het bedrijfsgedrag)
direct aan de hiervoor verantwoordelijke instantie/persoon!
De machine eventueel direct uitschakelen en beveiligen!
1.5.1.16 De bestuurder mag de aanbouwdelen alleen dan
over de bestuurders-, bedienings- en werkplaatsen van
andere apparaten heen zwenken, als deze door een
overkapping zijn beschermd. Deze overkapping moet
voldoende bescherming bieden tegen vallende machineon-
derdelen of vallende lading. In geval van twijfel moet ervan
worden uitgegaan, dat het geen beveiligde overkappingen
zijn.
1.5.1.17 Tijdens het rijden moeten de aanbouwdelen zo
dicht mogelijk bij de grond gehouden worden.
1.5.1.18 Het rijden met uitgeschoven telescoop is alleen
in uitzonderingsgevallen toegestaan en dan ook alleen met
uiterste voorzichtigheid, sterk gereduceerde snelheid en
voorzichtige remhandelingen.
1.5.1.19 Bij het rijden op de openbare weg, paden en/of
pleinen moet de bestuurder zich houden aan de wettelijke
verkeersregels en de machine moet van te voren aange-
past worden aan de geldende normen voor het gebruik op
de openbare weg!
1.5.1.20 Bij slecht zicht en duisternis altijd de lichten
aandoen!
1.5.1.21 Wanneer de lichtinstallatie van de machine niet
voldoende licht geeft om veilig te kunnen werken, moeten
het werkterrein en vooral de stortplaatsen, extra worden
verlicht.
1.5.1.22 Als het zicht van de bestuurder ten gevolge van
bepaalde omstandigheden niet voldoende is, moet hij
begeleid worden of het werkterrein moet goed afgebakend
worden.
T90C/T90D
1-5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave